„Assad heeft een stap gezet”
DAMASCUS (ANP/AFP/RTR) – De belofte van de president van Syrië, Bashar al-Assad, om snel de noodtoestand op te heffen is een stap in de goede richting, maar het is niet genoeg. Dit benadrukte de Syrische jurist en mensenrechtenactivist Haytham Maleh zondag.
Maleh vindt dat intrekking van de al bijna vijftig jaar geldende noodtoestand gepaard moet gaan met de hervorming van het rechtssysteem dat nu corrupt en partijdig is.
Zaterdag kondigde Assad in een toespraak tot zijn ministersploeg aan dat de noodtoestand binnen een week kan worden opgeheven. Tienduizenden mensen gingen bijvoorbeeld vrijdag de straat op om voor vrijheid en tegen de repressie van het regime te betogen. De Syrische demonstranten die sinds 18 maart op de been zijn, leken aanvankelijk geen partij voor het uiterst efficiënte en bruut optredende veiligheidsapparaat, maar ze lijken nu niet meer te stuiten. De verspreiding van het protest drijft het regime in het nauw.
Zaterdag erkende Assad in de door de televisie uitgezonden toespraak dat er een kloof is ontstaan tussen regering en volk. Hij erkende ook dat aan de eisen van betogers tegemoet moet worden gekomen. Hij betreurde de doden en gewonden die er zijn gevallen. Mensenrechtengroepen schatten dat zeker tweehonderd mensen zijn gedood bij het neerslaan van betogingen sinds 18 maart massale protesten uitbraken in de zuidelijke stad Deraa.
Assad volgde in 2000 zijn toen overleden vader, Hafez al-Assad, op. Die had het land sinds hij in 1970 de macht greep, met harde hand geregeerd. Het land viert zondag zijn 65e verjaardag. Het Franse mandaatgebied Syrië werd 17 april 1946 onafhankelijk. De eerste militaire staatsgreep was in 1949. De noodtoestand is sinds 1963 van kracht.
Mensen die zich zondag Suweida, 85 kilometer ten zuidoosten van Damascus, ter gelegenheid van de onafhankelijkheidsdag hadden verzameld, hebben politieke leuzen geroepen. Honderden riepen om vrijheid, terwijl anderen juist hun steun aan het regime hoorbaar maakten. Ook in andere steden was het onrustig. In de tweede stad van het land, Aleppo, gingen enkele honderden mensen de straat op om te betogen voor meer vrijheid. En in Deraa, waar de protesten beginnen, demonstreerden rond de vierduizend mensen tegen het bewind. In het iets ten zuiden van Deraa gelegen Hirak schreeuwden duizenden mensen om de val van Assad bij de begrafenis van een militair die volgens sommigen is overleden aan de gevolgen van marteling door de veiligheidsdiensten.