Boeddhisme is een humanistische religie
Waarom is het boeddhisme zo populair in het Westen?
Begin maart zaten ze daar, op Utrecht Centraal. Tientallen jonge boeddhisten in lotushouding op de grond, tijdens de ochtendspits. Ze vroegen aandacht voor een kalmer bestaan. De actie was ook bedoeld om het Tibetaans Nieuwjaar in te luiden. In de Volkskrant las ik: „Reizigers reageerden respectvol. Sommigen zeiden „het raakt me echt.” Alleen een enkeling reageerde negatief.”
Het boeddhisme is populair. De schatting is dat er in Nederland ongeveer 200.000 aanhangers van het boeddhisme zijn en dat dit een verdubbeling is in vergelijking met tien jaar geleden, al kan ieder willekeurig iemand zich boeddhist noemen. De Boeddhistische Unie Nederland, de landelijke koepelorganisatie, telt nog geen 20.000 leden.
Regelmatig duiken er ook boeddhabeelden op. Bij de buurvrouw, in een restaurant, in het winkelcentrum, bij de Xenos. Je hoeft op de camping niet vreemd op te kijken als je tijdelijke buurman de omgeving zo’n goede ”zenplek” vindt, doelend op de boeddhistische vorm van meditatie.
Overigens niet alleen het boeddhisme, ook het hindoeïsme deelt in deze populariteit. Achter het Haagse station Hollands Spoor komen naast elkaar drie tempels van drie verschillende hindoestromingen. Het ANP vermeldt dat een Haagse wethouder het complex „een icoon voor de stad en voor Nederland” vindt. In Den Haag wonen zo’n 50.000 hindoes, zo’n 10 procent van het totale inwoneraantal.
Merkwaardig respect
Waarom zo veel populariteit en welwillendheid voor oosterse godsdiensten? Is dat niet in tegenspraak met de negatieve reacties die christenen telkens over zich heen krijgen? Kerkelijke gemeenschappen op de Veluwe of elders op de biblebelt zijn regelmatig object van onderzoek voor buitenstaanders. ”Alleen met een rok ben je welkom”, kopt dagblad Trouw als het in gesprek gaat met Rachel Visscher, die een halfjaar in Genemuiden woonde. „Confrontatie met een wereld vol angst en zwaarmoedigheid.” Respectvol?
Merkwaardig eigenlijk, dat respect voor die oosterse godsdiensten in ons nuchtere Nederland. Als ik door Oost-Azië reis, kom ik boeddhistische en hindoeïstische gemeenschappen tegen die voor een willekeurige Nederlander toch vele malen onvriendelijker ogen en doen dan een kerkelijke gemeenschap op de Veluwe. Boeddhistische gemeenschappen waar de kleding alleen rood, oranje, geel mag zijn en waar men met een zwaar schema van rituele verplichtingen de dagen vult binnen een strakke hiërarchie. Waar vrouwen een zeer ongelijkwaardige positie innemen ten opzichte van mannen. Een westerse bezoeker die zich niet gedraagt naar de rituelen van de gemeenschap, ziet zich gelijk geplaatst voor assertieve monniken die sommeren te vertrekken of je aan te passen. In het licht daarvan is de populariteit van oosterse godsdiensten in het Westen opmerkelijk.
Fundamenteel verschil
Is er een verklaring voor dat verschil in benadering van boeddhisme en christelijk geloof? Voordat ik een antwoord op deze vraag formuleer, eerst enkele nuanceringen. De eerste is dat het westerse boeddhisme –hetzelfde geldt voor de andere oosterse godsdiensten die westerlingen praktiseren– vaak een flauw aftreksel is van de strikte varianten in het Oosten. Het is een ‘aangename’ vorm ervan. Dus als de Boeddhistische Omroep Stichting suggereert dat 3 miljoen Nederlanders een boeddhabeeldje in huis hebben, is daarmee nog niet gezegd dat dit allemaal strenge boeddhisten zijn. Net zomin als je kunt zeggen dat alle bezitters van een kruisje diepgelovige christenen zijn.
De tweede nuancering is dat het christelijk geloof en oosterse godsdiensten fundamenteel van elkaar verschillen. Dat maakt een vergelijking lastig. Het boeddhisme is een totaal ander geloof- en denksysteem. In het boeddhistische denken bestaat er geen godheid. Veel Bijbelse begrippen, zoals zonde, wedergeboorte, verlossing, verlichting, worden wel religieus, maar tegelijkertijd ook heel horizontaal ingevuld. Ten diepste is het boeddhisme een humanistische religie die gelooft in de goedheid van de mens. De bron is in de mens zelf aanwezig. Het genadekarakter van het christelijk geloof staat daarom ook haaks op het ”oorzaak en gevolg” van waaruit de boeddhist leeft.
Zelfbeschikking
Toch is het tekenend dat er in het publieke domein alom waardering is voor boeddhisten en minachting voor christenen. Wat is daar de reden van? Ik denk dat er ten diepste maar één reden is: het boeddhisme is gebaseerd op zelfbeschikking en het christelijk geloof op de beschikking van een Ander. Het gaat hier om de oeroude grondhouding die de mensheid na de zondeval kenmerkt: de gerichtheid op eigen doen en laten. Wat zie ik zelf als goed, nuttig en geoorloofd? Dan maakt het niet zo veel uit of het nu boeddhisme is of hindoeïsme, atheïsme of humanisme, als ik er maar zelf voor mag kiezen en zelf mag vinden dat het tot verbetering van mijn bestaan leidt. Maar o wee als niet ik zelf de beschikking heb over de sleutels van mijn leven. Waag het niet om mij een weg te wijzen die ik niet op eigen conto kan schrijven, maar die mij wordt voorgeschreven.
Maar het is toch in het boeddhisme de bedoeling het eigen ik te verwoesten en in stukken te snijden door middel van meditatie en gebeden? Daar zit nu juist de frictie. Want als ik mijzelf een strak meditatieschema opleg, dan is dat een grote deugd. Wie heeft daar geen respect voor? Maar als een autoriteit boven mijzelf, als een ander mij opdraagt iets te doen wat ik zelf niet wil, dan komt de wrevel boven.
Eerlijk gezegd kunnen wij de liefhebbers van het boeddhisme wel begrijpen. Die oerhouding van zelfbeschikking vinden christenen terug in hun eigen hart. Die houding van zelf doen en zelf laten en zelf willen beschikken. Het christelijk geloof rekent daar radicaal mee af. Bevrijding van het eigen ik hebben we nodig. En het is Christus alleen Die een mens daarvan kan bevrijden. Wat een vreugde als je van dat juk van het eigen ik bevrijd, uit en door het geloof mag leven, ziende op de opgestane Zoon van God. Op Hem Die niet de onverstoorbaarheid zelve is, maar Zichzelf in liefde overgaf tot in de dood van het kruis om zondaren zalig te maken. Heerlijk lijdensevangelie!
Drs. J. H. van Doleweerd, docent godsdienst, cultuur en zendingswetenschappen aan de CGO-hbo en werkzaam als missioloog en toeruster bij Zending Gereformeerde Gemeenten. Heeft u een vraag voor deze rubriek of wilt u reageren? weerwoord@refdag.nl
Verder lezen over dit onderwerp: Han F. de Wit, De lotus en de roos. Boeddhisme in dialoog met psychologie, godsdienst en ethiek Kampen: Kok Agora, 1998.
Han F. de Wit, De Drie Juwelen Kampen: Ten Have 2005.
W.H. ten Boom (e.a.), Boeddhisme Kampen: Kok, 2000.
Marku Tsering, Sharing Christ in the Tibetan Buddhist World Interserve,1993.
Martin Kamphuis, Weg van Boeddha; het einde van een pelgrimsreis Keerpunt, 2001