Toch is het gevaar in Nederland volgens de geheime dienst nog steeds minder groot dan in enkele omringende Europese landen. De extremistische, islamitische dreiging heeft vooral zijn oorsprong in het Afghaans-Pakistaans grensgebied.

Internet speelt een grote rol in het gevaar dat zich tegen het Westen manifesteert, concludeert de AIVD. Die rol bestaat niet alleen uit de verspreiding van propaganda. De digitale snelweg wordt ook gebruikt voor het plannen van aanslagen, het vormen van terroristische netwerken, het rekruteren van strijders en het faciliteren van deelname aan de Jihad (heilige oorlog).

Nederland is vorig jaar niet prominent genoemd als doelwit voor aanslagen, constateert de inlichtingendienst. Bovendien is het aantal Nederlanders dat in het buitenland heeft deelgenomen aan de jihadistische strijd of daarvoor heeft getraind relatief klein in vergelijking tot moslimextremisten uit andere Europese landen.

Wel is het zo dat er vanuit Nederland contacten zijn met internationale terroristische netwerken. Het gaat dan zowel om persoonlijke ontmoetingen als via internationale webfora op internet.

Verder kan Nederland te maken krijgen met dreiging waarbij teruggekeerde strijders uit andere Europese landen betrokken zijn. Het gevaar uit die hoek is in 2010 toegenomen, analyseert de geheime dienst.

Wat het moeilijk maakt om het dreigingsbeeld heel helder te krijgen, is de mogelijkheid dat er ook personen zijn die alleen opereren. „De bomaanslag in een winkelstraat in Stockholm op 11 december 2010 werd uitgevoerd door één dader. Dit laat zien dat behalve netwerken ook een dreiging kan uitgaan van individuen of cellen die zich laten inspireren door jihadistische boodschappen die vooral via internet worden verspreid.”

Dergelijke netwerken zijn niet gebonden aan landsgrenzen, benadrukt de AIVD. „Internet stelt strijders in het Westen en in de strijdgebieden zoals bijvoorbeeld Afghanistan in staat om steeds intensievere samenwerkingsverbanden met elkaar aan te gaan.”