Dat blijkt uit een steekproef die de provincie Gelderland dit voorjaar heeft gehouden in de Gelderse Vallei. De provincie had aanwijzingen dat agrariërs de regels ontdoken.

De steekproef wijst uit dat 30 procent van de gecontroleerde boeren de milieuvergunning verkoopt. Daardoor ontstaat elders met de verkochte vergunning een nieuw milieubelastend bedrijf.

De boer die subsidie krijgt, trekt na de verkoop formeel de vergunning op zijn adres in. In werkelijkheid is er volgens de provincie sprake van verplaatsing van het bedrijf. Gelderland dringt er bij minister Veerman van Landbouw op aan in het hele land meer en scherper te laten controleren.

Het ministerie van Landbouw is enkele jaren geleden gestart met de Regeling Beëindiging Veehouderijtakken (RBV) om de fosfaatbelasting op het platteland te verminderen. Boeren die stoppen met hun bedrijf krijgen daarvoor een subsidie. De regeling is op provinciaal niveau nog uitgebreid met een vergoeding voor het slopen van de leegkomende stallen.

Uit de Gelderse steekproef is gebleken dat het insturen van een eigen verklaring van de agrariër dat hij met zijn veehouderij is gestopt, voldoende is om in aanmerking te komen voor de subsidie. Dat werkt volgens de controleurs misbruik in de hand. Zij vonden een aantal bedrijven dat nog gewoon doordraaide. In andere gevallen waren schuren en stallen die gesloopt zouden worden in gebruik als winkel, stalling of opslag. In één geval was een stal omgebouwd tot een gigantisch mestbassin voor varkenshouders in de omgeving.

Gelderland wil het aantal controles de rest van dit jaar in de hele provincie verdubbelen. Alle in de steekproef betrapte veehouders moeten zich voor de rechter verantwoorden. Gelderland vraagt minister Veerman de hele RBV-regeling nog eens na te laten lopen op „ontwijkmogelijkheden.”