Commentaar: Alleen voor 9 jaar en ouder
Revolutie in Egypte. Tsunami in Japan. Oorlogsgeweld in Libië. Schietpartij in Alphen aan den Rijn. De achterliggende weken trokken media opnieuw alles uit de kast om het nieuws ver weg en dichtbij te verslaan.
Niet zonder reden werd gisteren tijdens een beurs voor onderwijs en ict in Utrecht aandacht besteed aan de relatie tussen mediaopvoeding en het wereldnieuws. De eerste vraag voor een tijdens de beurs gepresenteerde onlinevraagbaak over mediawijsheid voor ouders en professionals was afkomstig van een ouderpaar. Dat zit met het probleem of ze nieuws nu wel of niet aan hun jonge kinderen moeten laten zien.
Veelzeggend is de manier waarop dit gezin het nieuws zegt te volgen: tijdens het ontbijt bekijken man en vrouw op de laptop hun e-mail, het weer voor de komende dag en de hoofdpunten van het nieuws. Terwijl ze hun boterhammen met pasta of jongbelegen kaas verorberen, zijn pa en ma zo al vroeg op de hoogte van de ramp rond de kerncentrale Fukushima in Japan en hebben ze rijen doodskisten langs zien komen vanwege het bloedige geweld in Libië. Zou de ochtendstond dan nog werkelijk goud in de mond hebben?
Nog afgezien van de vraag of deze tafelmanieren ook getuigen van warme betrokkenheid bij het wel en wee van kinderen, komt de vraag boven welke impact het wereldnieuws heeft op kleine kinderen. Dan gaat het niet alleen om wat ze al aan de ontbijttafel zien of horen, maar evengoed wat ze aan videootjes voorgeschoteld krijgen op het digitale schoolbord in de klas en wat ze nog weer later thuis voor, tijdens of na het avondeten aan beelden zien. Het medialeger kent geen staakt-het-vuren meer.
Bijzonder hoogleraar mediaopvoeding Nikken, specialist op het gebied van effecten van mediageweld op kinderen, zei gisteren in zijn antwoord aan het ouderpaar dat er onderscheid moet worden gebracht tussen nieuws zoals dat wordt gebracht voor kinderen en nieuws voor volwassenen. Dat laatste kan volgens hem zelfs voor tieners te heftig zijn en emotioneel iets losmaken.
Opvallend is Nikkens opmerking dat het volwassen nieuws standaard een Kijkwijzersymbool voor ”angst” –met de minimumleeftijd van 9 jaar om het te mogen zien– zou moeten hebben.
Diverse studies hebben de afgelopen jaren inderdaad aannemelijk gemaakt dat aan confrontatie met geweld via de media risico’s kleven. Niet alleen jonge kinderen, zelfs pubers kunnen hierdoor angstig of agressief worden. Tegelijk geven ouders vaak toe dat het lastig is regels te stellen voor het mediagebruik en deze regels ook consequent te handhaven. Vaak overheerst het gevoel dat de eigen kinderen toch niet zo snel worden beïnvloed.
Dat onderwijzers in een gisteren gepresenteerd onderzoek hun twijfels uiten over de mediawijsheid van leerlingen onderstreept de blijvende noodzaak van mediaopvoeding in het onderwijs, maar ook thuis. Ouders mogen niet weglopen voor hun eigen verantwoordelijkheden. Ds. Jacobus Koelman zei het al in de zeventiende eeuw: „Er is voor ouders meer werk te doen dan de eerste grondstukken van de waarheid de kinderen in te scherpen.”