Ouderen weten geen raad bij brand
’s-HERTOGENBOSCH - Vier van de vijf bewoners in verzorgings- en verpleeghuizen weten niet wat ze moeten doen als het brandalarm afgaat. Drie van de tien bewoners voelden zich niet betrokken bij het vaststellen van hun eigen zorgplan. Een op de tien bewoners kan geen gebruikmaken van het toilet op het moment dat dat nodig is.
Dat blijkt uit het onderzoek ”Alles naar Wens?” van de Stichting Cliënt(&(Kwaliteit, waarvan de eerste resultaten dinsdag tijdens een congres van de Landelijke Organisatie Cliëntenraden naar buiten kwamen.
Het gaat hierbij om gemiddelden, benadrukte directeur dr. Dee Burck van Cliënt(&(Kwaliteit. Dat betekent dat de resultaten van het onderzoek per verzorgings- of verpleeghuis (on)gunstiger kunnen uitvallen. De verzorgings- en verpleeghuizen zijn met name geschrokken van het ervaringscijfer dat 30 procent van hun bewoners zich niet betrokken voelt bij het opstellen van het zorgplan, aldus Burck.
Ook de Inspectie voor de Gezondheidszorg gaat, los van deze resultaten, de totstandkoming van zorgplannen controleren en papieren rampoefeningen aanbevelen, zei waarnemend hoofdinspecteur Verpleging, Verzorging en Thuiszorg, mevrouw drs. J. van Veen, dinsdag. Staatssecretaris Ross van Volksgezondheid kondigde begin dit jaar al aan dat de inspectie voortaan ook onaangekondigd haar werk gaat doen.
Overigens blijkt het gevoel van algemene tevredenheid groot bij bewoners van deze instellingen. Stichting Cliënt(&(Kwaliteit bevraagt jaarlijks bewoners en nabestaanden van 250 verpleeg- en verzorgingshuizen op de kwaliteit van de zorg. Volgens Burck is onderzoek naar 700 instellingen per jaar nodig om elke instelling eens in de drie jaar te bezoeken. Hiervoor ontbreekt echter het budget.
De cliëntenraden in verzorgings- en verpleeghuizen zijn vrij onbekend bij de bewoners, constateert Cliënt(&(Kwaliteit.
De verhouding tussen de directies en de cliëntenraden laat ook nogal eens te wensen over, zo bleek uit de ervaringen van de aanwezige cliëntenraden. Vaak stellen directies de cliëntenraden niet op de hoogte als de inspectie komt, zodat deze niet met de officiële vertegenwoordigers van de bewoners kunnen praten. Verder blijven de raden vaak verstoken van inspectierapporten. Directies zijn verplicht deze aan de cliëntenraden te verstrekken. De inspectie gaat de rapporten op den duur op internet openbaar maken, stelde inspecteur dr. T. Melchior dinsdag.
Een vertegenwoordigster van een cliëntenraad van een verzorgingshuis uit Valkenburg aan de Geul vroeg of de inspectie niet scherper kon optreden ten aanzien van artsen die patiënten voedsel en vocht onthouden om het levenseinde te bespoedigen, de zogeheten palliatieve sedatie. „Dit komt vaker voor dan je wenst, weet ik uit de praktijk.” Uit de onlangs gepubliceerde evaluatierapporten van de Vrije Universiteit over euthanasie bleek dat palliatieve sedatie steeds vaker voorkomt. Van Veen: „De inspectie heeft nog geen standpunt ingenomen over deze twee rapporten. Ik heb ze zelf nog niet gelezen. Maar ik kan me niet voorstellen dat deze praktijk op grote schaal voorkomt.”
Nederland telt 360 verpleeghuizen, 1400 verzorgingshuizen, 150 thuiszorginstellingen. Zij krijgen een keer per vier jaar een bezoek van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Naast dit algemene toezicht is er ook thematisch toezicht mogelijk, waarbij bijvoorbeeld doorliggen wordt onderzocht en crisistoezicht bij calamiteiten. De inspectie gaat ook onverwachter optreden. „Ik heb al een keer ’s ochtends om half acht met een collega lakens staan afhalen die inderdaad heel vies bleken te zijn”, aldus een in pak gestoken Melchior.
Disfunctionerende instellingen kunnen een aanwijzing krijgen, bijvoorbeeld een personeelsstop of het sluiten van een afdeling, of helemaal worden gesloten.
Cliënten kunnen problemen bespreken met de zorgverlener, diens baas, een klacht indienen, een tuchtprocedure aanspannen, aangifte doen bij strafbare feiten, een letselschadezaak beginnen of de inspectie inschakelen. Ook een combinatie van deze middelen is mogelijk.