Kleinschalig wonen niet beter voor mensen met dementie
Ouderen met dementie zijn niet beter af wanneer zij met acht mensen in een kleinschalige woonvorm wonen. Dat stelt psychologe Hilde Verbeek. Ze werkt als onderzoeker bij de Universiteit Maastricht en ging na wat het effect van kleinschaligheid is op bewoners, hun familie en zorgverleners. Haar conclusie: „De kwaliteit van leven in een kleinschalige woonvorm verschilt niet met die in het traditionele verpleeghuis met afdelingen van minimaal twintig personen.” Volgende week vrijdag verdedigt Verbeek het proefschrift waarin haar onderzoek aan de orde komt.
De onderzoekster ontdekte dat de tevredenheid en motivatie van medewerkers in beide woonvormen gelijk op gaat. De betrokkenheid van familieleden van bewoners verschilt ook niet. Wel ervaren zij bij een kleinschalige woonvorm een minder zware zorgbelasting. Ze zijn ook tevredener over de zorg.
„In de kleinschalige woonvormen worden weliswaar minder vrijheidsbeperkende maatregelen toegepast en psychofarmaca gebruikt dan op gewone afdelingen, maar je kunt in het algemeen niet zeggen dat kleinschalige woonvormen betere voorzieningen zijn dan gewone verpleeghuiszorg”, stelt de promovenda. „Gezien de resultaten van dit onderzoek is het verstandig als beleidsmakers en zorgorganisaties zich niet beperken tot één zorgconcept.”