Gentest embryo’s verdeelt Duitsers
BERLIJN – De gentest bij kunstmatig bevruchte embryo’s is een zeer omstreden zaak in Duitsland. Zowel voor- als tegenstanders van zo’n test zijn binnen alle partijen te vinden en het thema verdeelt ook de twee predikanten in de Bondsdag.
Vandaag discussieerde de Duitse Bondsdag over de wetsvoorstellen: moet er een verbod komen op ”pre-implantatie genetische diagnostiek” (PGD) of is er ruimte voor een beperkte toelating na een zorgvuldige individuele toetsing?
Een van de initiatiefnemers voor een verbod op PGD is Pascal Kober, een 39-jarige evangelisch-lutherse predikant uit Baden-Württemberg, die sinds 2009 lid is van de Duitse Bondsdag voor de liberale FDP.
Uw partij, de liberale FDP, staat bekend als voorstander van PGD. Staat u alleen?
„Niet meer. Misschien heeft het geholpen dat ik actief aan het wetsontwerp tegen PGD heb meegewerkt. Dat kan voor anderen binnen de partij een deur hebben geopend. Inmiddels ondersteunen vier liberalen een verbod op PGD.”
Waarom is dit verbod, mocht het er komen, liberaal?
„Bij de liberalen gaat het om de verhouding tussen staat en samenleving. De staat kan de mensen niet voorschrijven welke menselijke levensvorm meer of minder het beschermen waard is. Daar hebben we in Duitsland slechte ervaringen mee gehad in nazi-Duitsland. Met PGD wordt de deur naar selectie geopend. Iedereen die erover beslist, maakt in zijn of haar hoofd een lijstje – welke levensvormen wel, welke niet?”
De meesten in uw partijen denken er niet zo over.
„Traditioneel is er bij de liberalen veel sympathie voor de zegeningen van de technische vooruitgang. Maar omdat iets technisch mogelijk is, betekent dat niet dat je het automatisch moet doen. De meeste liberalen stellen het levensgeluk van de ouders misschien te veel op de voorgrond.”
Voorstanders van PGD zeggen dat het vrouwen behoeden kan voor een uitzichtsloze zwangerschap met aansluitend een abortus.
Kober denkt lang na en weegt zijn woorden zorgvuldig. „Dat kan ik begrijpen, maar de grens is toch waar de waardigheid van de mens in het geding is. Voor mij heeft een bevruchte eicel die waardigheid. Met PGD wordt een aspect van de medische ethiek op de spits gedreven, ten koste van andere. Omdat we een tekort aan orgaandonors hebben, kunnen we mensen nog niet verplichten na hun dood organen af te staan. Dat gaat in tegen de menselijke waardigheid.”
Uw collega-predikant in de Bondsdag, de christendemocraat Peter Hintze, noemt begrensde PGD een vorm van christelijke naastenliefde. Het kan leed van een medemens voorkomen.
„Ik zie het leed van ouders met een onvervulde kinderwens. Maar er bestaat geen garantie op een gelukkig ouderschap en dat hangt van veel factoren af, niet alleen van het al of niet toepassen van PGD. Juist als predikant is het mijn opgave de nood van mensen te horen. Als politicus moet ik echter besluiten nemen, ook als mensen die soms onrechtvaardig vinden.”
En ook als dit tot een abortus leidt?
„Abortus is in Duitsland toegestaan als er sprake is van een existentiële noodsituatie bij de moeder of de ouders. In zo’n situatie gaat het om een conflict tussen twee menselijke wezens. Het gaat hier om een dilemma, waarbij de staat het besluit aan de ouders overlaat. Maar bij een bevruchting in een reageerbuis is deze existentiële conflictsituatie nog niet aan de orde. Dan moeten we het leven beschermen, zonder mitsen en maren.”
Twee verschillende standpunten. Volgens welke maatstaven moet een christen dan beoordelen?
„Als protestant moet je alleen rekenschap afleggen tegenover God en je eigen geweten, niet tegenover een leerstoel. Lutheranen zoals ik zeggen dat je nooit met het zwaard in de hand overtuigt. Daarom respecteer ik het ook als Peter Hintze op basis van zijn christelijke overtuiging tot een andere afweging komt.”