Heftige reactie in York op gezag van Schrift
YORK – Het blijft lastig om in een breed oecumenisch gezelschap een orthodox- gereformeerd standpunt over Schriftgezag te verdedigen. De reacties zijn heftig. Vooral als wordt gezegd dat het gezag van de Bijbel ook nu nog van belang is.
„Christus en niet de Bijbel is het enige Woord van God. Het idee dat je het zeker kunt weten, is verwerpelijk.” De reacties op mijn lezing over het gezag van de Schrift in de gereformeerde traditie zijn nogal heftig.
De lezing, met als titel ”De Schrift als de stem van God: De blijvende betekenis van de autopistie”, sprak ik uit tijdens de jaarlijkse conferentie van de Society for the Study of Theology, over de Bijbel, deze week in het Engelse York.
Voor Calvijn, betoogde ik, biedt alleen de Bijbel en niet de kerk het laatste houvast voor arme en gekwelde gewetens. „Woord en Geest zijn bij hem onlosmakelijk aan elkaar verbonden.”
Het is een uitdaging en een eer om op het platform van de Society for the Study of Theology het onderzoek te presenteren dat mij jarenlang heeft beziggehouden. Toch blijft het lastig om in een breed oecumenisch gezelschap een orthodox-gereformeerd standpunt te verdedigen.
Er is veel om uit te leggen en te verdedigen: dat Christus het Woord van God is, doet niets af aan het gezag van de Schrift. Alles wat we over Hem weten, weten we dankzij de Schrift. De zekerheid van het geloof is geen eigengereidheid, maar een kwestie van vertrouwen zoals je zeker weet dat iemand van je houdt.
Bezoekers zijn dankbaar dat zij aan het denken zijn gezet. Met name studenten herkennen de existentiële worsteling met de academische benadering van de Schrift. De wetenschap dat zij niet de enigen en de eersten zijn met zulke vragen, helpt hen verder.
Anthony C. Thiselton (Engeland), die zich jarenlang in de hermeneutiek verdiepte, betoogde dat de postmoderne filosofie vraagt om een nieuwe manier van Bijbellezen. Het modernisme leest de tekst door die te analyseren, in de postmoderne context moet men opnieuw leren lezen door te luisteren. „Veel mensen denken dat atheïsten objectief kunnen lezen, terwijl christenen bevooroordeeld zijn. Dat is een sprookje. Iedereen is bevooroordeeld.”
Bij het lezen van de Bijbel moet je rekening houden met de geschiedenis van de uitleg, stelde hij. „Neem de kwestie van de profetie in het Nieuwe Testament. Pinkstergemeenten zien dat als een kwestie van onmiddellijke openbaring, maar in de geschiedenis van de kerk is de profetie verbonden aan de uitleg en verkondiging van het Woord, zoals de oudtestamentische profeten de wet van God uitleggen.”
De laatste bijdrage was van Hugh S. Pyper (Schotland), bioloog en theoloog. Hij besprak het aanstootgevende van de Schrift. In een humoristisch betoog trok hij een vergelijking tussen biologische mechanismen, waardoor levende wezens afstoten wat gevaarlijk is, en de weerstand die sommige Schriftgedeelten bij lezers oproepen. „Het is een probleem dat de Bijbel aanstootgevende dingen zegt, maar het zou nog erger zijn als er niets aanstootgevends in zou staan. De boodschap van vergeving is de meest aanstootgevende die er is.”