Regeringsbeleid botst met trend duurzaamheid in de samenleving
Terwijl ondernemers maatschappelijk verantwoord zaken willen doen, lijkt het buitenlandbeleid van de regering tegenwoordig ingegeven door één motto: eigen portemonnee eerst. Het zijn wonderlijke tijden, stelt Ate de Jong.
Nederland was jarenlang gidsland als het ging om mensenrechten. Realo’s deden wel eens cynisch over het opgeheven Nederlandse vingertje, maar je zou er ook trots op kunnen zijn. In alle bescheidenheid overigens, want Nederland heeft zijn eigen economische belangen nooit vergeten. Inmiddels weet elke ondernemer dat het verstandig is om niet alleen te koersen op de beurs en dat modern ondernemen duurzaam en fair is. Je kunt er trots over vertellen op feestjes, het geeft zin aan je leven en het is ook commercieel verstandig, want de consument wil het.
Duurzame ontwikkeling is deel van ons denken geworden. Dat is een maatschappelijk gegeven en wereldwijd de trend. Het lijkt alsof de huidige Haagse buitenlandse politiek die trend volledig gemist heeft. Opkomen voor mensenrechten is passé de koopman heeft de dominee op een zijspoor gezet. In 2006 zei koningin Beatrix nog in de Troonrede: „Het lot van de wereld is ons lot”, vanuit het besef dat internationale vraagstukken op het gebied van veiligheid, klimaat, water en grondstoffen alleen internationaal zijn op te lossen. Maar anno 2011 komt de kabinetsploeg eerst en vooral op voor de nationale belangen, en doet dat zonder enige gêne, stelde Volkskrantredacteur Alex Burghoorn onlangs.
Ambassades en consulaten worden beter toegerust op de wensen van het bedrijfsleven, economische diplomatie is het nieuwe toverwoord. De ministers Rosenthal en Verhagen stellen zich op als salesmanagers: Koopt Nederlands waar! En staatssecretaris Knapen haalt het oude motto ”No aid but trade” aan, en vergeet te zeggen dat het dan natuurlijk wel om fair trade dient te gaan.
De regeringspolitiek –het heilige vertrouwen in profit– doet wereldvreemd aan na de bankencrisis en na de kernramp in Japan. Binnen het bedrijfsleven groeit daarentegen het besef dat people en planet onlosmakelijk met profit verbonden zijn. De SER concludeerde onlangs dat 40 procent van het internationale bedrijfsleven inmiddels een beleid heeft op het gebied van maatschappelijk verantwoord ondernemen.
Ook binnen het midden- en kleinbedrijf groeit de belangstelling. Daar komt zelfs het merendeel van de innovaties tot stand. Bakkers die zelf manieren verzinnen om de inkoop van meel te verduurzamen en energie te besparen of uitvaartondernemers die volstrekt nieuwe concepten bedenken voor een milieuvriendelijker begrafenis. Dit wereldburgerschap op lokaal niveau staat in schril contract met de huidige Haagse koopmanspolitiek, maar past binnen de beste Nederlandse tradities.
De auteur is werkzaam bij Tûmba, centrum voor internationale samenwerking in Friesland.