„Wittebroodsweken Rutte zijn voorbij”
DEN HAAG (ANP) – De wittebroodsweken zijn voorbij, nu gaan we echt zien wat premier Mark Rutte voor kwaliteiten in huis heeft. Dat voorspelt communicatiewetenschapper Claes de Vreese van de Universiteit van Amsterdam. De Vreese is gespecialiseerd in politieke communicatie.
Rutte is donderdag een half jaar aan het werk als premier van Nederland. „Met hem waait er een frisse, nieuwe wind door het land. Zijn uitstraling is heel anders dan die van zijn voorganger Balkenende.”
Die frisse wind doet historicus Henk te Velde (Universiteit Leiden) denken aan de start van het eerste Paarse kabinet in 1994. „Het algemene gevoel was toen dat er op een nieuwe, open manier politiek werd bedreven.” Rutte gaat op een open manier het debat aan, meent Te Velde. „Denk bijvoorbeeld aan de manier waarop de premier zich opstelde naar GroenLinks in de debatten over een nieuwe missie naar Afghanistan.” Rutte haalde de partij over om in te stemmen met de missie. Een van de GroenLinks-Kamerleden bleef tegen.
Het kabinet moet wel uitkijken voor symboolpolitiek. Te Velde: „Neem het verhogen van de maximumsnelheid op snelwegen naar 130 kilometer per uur. We moeten nog maar zien of het haalbaar is.”
Volgens De Vreese heerste er ‘Balkenende-moeheid’. „Die werkte overigens twee kanten op: Nederlandse bevolking was na zoveel jaar Balkenende aan de macht moe van hem en bij de voormalig premier was de vermoeidheid ook steeds duidelijker zichtbaar.”
Rutte heeft daar optimaal van kunnen profiteren en kreeg er van de bevolking ruimschoots de tijd voor. „Maar nu gaat het er echt op aan komen. Dit kabinet heeft te maken met de grootste bezuinigingen sinds decennia. Daarnaast zijn zowel zijn regeringspartner CDA als zijn gedoogpartner PVV redelijk instabiel, waardoor Rutte zich in een mijnenveld begeeft”, aldus De Vreese.
De Vreese is over het algemeen tot nu toe bijzonder goed te spreken over Rutte. „Op die ene uitglijder na, toen hij tijdens het verkiezingsdebat zei dat hij ‘Nederland ging teruggeven aan de Nederlanders’. Dat was een rare uitspraak, maar hij loste het redelijk goed op door er vervolgens niet meer op terug te komen en ook nauwelijks uitleg te geven.”