Allochtonen niet extreem delinquent
Antilliaanse en Kaapverdiaanse jongeren plegen de meeste delicten in Rotterdam, gevolgd door Marokkanen en Surinamers. Het verschil met hun Nederlandse leeftijdgenoten is echter niet zo groot.
Dat blijkt uit een onderzoek van de universiteit Leiden en de GGD in Rotterdam onder 14- en 15-jarige jongeren uit de derde klas van het voortgezet onderwijs.
Volgens de onderzoekers komen de uitkomsten niet overeen met het gangbare beeld dat allochtone jeugd extreem delinquent is in vergelijking met Nederlanders.
De Nederlandse jongeren vertonen bovendien veel meer risicogedrag dan allochtonen: ze roken, blowen, drinken en gokken het meest.
De resultaten, gepubliceerd in het boek ”Etnische minderheden en het belang van binding”, tonen aan dat een sterke binding met de buurt, ouders, leraren en vrienden bepalende voorwaarden zijn om niet te vervallen in crimineel gedrag. Het risico dat jongeren de fout in gaan, is ook groter als ze zelf slachtoffer zijn geweest van een misdrijf of al een aantal ingrijpende gebeurtenissen (scheiding, mishandeling, ruzie ouders) in hun leven hebben meegemaakt.
De onderzoekers constateren dat de allochtone jeugd op deze gebieden minder fortuinlijk is. Ze zijn minder geïntegreerd in de samenleving. Zo meldt 40 procent van de allochtonen dat de relatie met hun ouders niet goed is. Slechts de helft van de Surinaamse en eenderde van de Antilliaanse leerlingen in Rotterdam leeft in een volledig gezin met beide biologische ouders. Vooral jongeren uit gezinnen met een stiefouder plegen delicten.
De schoolprestaties spelen ook een rol. Gaat het slecht, dan vervallen de jongeren sneller in overtredingen zoals agressief gedrag, vandalisme, zwart rijden en wapenbezit. Jongens vertonen vaker antisociaal gedrag dan meisjes. Surinaamse, Antilliaanse en Kaapverdiaanse meisjes plegen echter nogal wat delicten, ook vergeleken met Nederlandse jongens.
Volgens de onderzoekers is van belang in welke buurt de jongeren opgroeien. In de welvarender wijken, waar vooral de Nederlandse jongeren wonen, komt minder delinquent gedrag voor. De Nederlandse jeugd grijpt wel het meest naar genotsmiddelen en komt regelmatig met de politie in aanraking.