Geschiedenis

Amerikaanse Burgeroorlog: twee legers, één Bijbel

Ze lazen dezelfde Bijbel, geloofden in dezelfde God. Aan beide kanten van de Amerikaanse Burgeroorlog vochten christelijke soldaten, en baden om de steun van de Heer der legerscharen.

Jan-Kees Karels
12 April 2011 19:22Gewijzigd op 14 November 2020 14:31
Godsdienstoefening tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Foto Library of Congress
Godsdienstoefening tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog. Foto Library of Congress

De Amerikaanse Burgeroorlog was niet slechts een militair of een juridisch conflict. Het was ook een diepgaand theologisch conflict. Want hoe moest de Bijbel worden gelezen, nu aan beide kanten vrome christenen meestreden? Hoe moesten de tekenen van de Goddelijke Voorzienigheid worden geduid?

Aan beide kanten zijn claims gedaan. Zo kreeg een preek in het noorden na de overwinning van Philip Sheridan in de Shenandoah Valley als titel mee: ”Het Bijbelse leerstuk over de oorlog”. De predikant was duidelijk: „We staan op Bijbelse grond als we God aanroepen om te strijden voor een rechtvaardige zaak. En we volgen het Bijbelse voorbeeld als we Hem de overwinning toeschrijven. De oorlog die zij (de zuidelijke legers, JCK) hebben ontketend tegen de regering van de Verenigde Staten is een onheilige oorlog. Het is een monsterlijke en criminele samenzwering.”

Ook in het Zuiden wisten velen God aan hun zijde. Een methodistische predikant uit Alabama schreef over zijn „diep christelijke en onuitwisbare haat tegen die duivels in het Noorden.” Hij meende dat je God een dienst bewees „door de duivelse ellendelingen op het slagveld om te brengen.”

In een aflevering van een zuidelijke legerkrant werd betoogd: „Het gebeurt niet vaak in de wereldgeschiedenis dat zulke geweldige crises die de fundamentele waarheden, het geweten en de mensheid raken, door de Goddelijke Voorzienigheid worden toegelaten. Zo’n positie had het volk van Israël in de heidenwereld. Zo’n positie hadden de martelaren in de Vroege Kerk. En het is ook onze positie nu.”

Kogelwerend Bijbeltje

Generaal Robert E. Lee had goede reden om te hopen, in december 1862. Met zijn legers had hij de slag bij Fredericksburg gewonnen. Het was de noordelijke legers niet gelukt Lee’s linie te doordringen. Dode lichamen lagen in hopen voor de stenen muur bij Mayre’s Heights. Generaal Burnside en zijn mannen trokken zich terug toen de nacht van 14 december viel. Het werd een avond die beide legers niet gauw zouden vergeten. Terwijl Lee’s mannen hun verdedigingswerken herstelden, haalden de mannen van de Unie hun gewonden en doden van het veld.

Plotseling werd het landschap beschenen door een hemels licht. Slechts enkele soldaten van het Zuiden hadden ooit eerder het noorderlicht gezien. Nu staarden allen vol verwondering naar het fantastische schouwspel. Was dit een goddelijk teken dat het Zuiden de oorlog ging winnen?

T-shirts

T-shirts in Fredericksburg tonen generaal Lee met enkele getrouwen, omgeven door het noorderlicht. Het bezoekerscentrum van het militaire park ligt op een steenworp afstand van Mayre’s Heights, waar de zuidelijken stand hielden. Fredericksburg werd in 1728 door de Britten gesticht. Langs de rivier de Rappahannock gooide de jonge George Washington steentjes over het water. Een van de mooiste landhuizen in de omgeving is Chatham Manor, gebouwd in 1771. Vol trots wordt gemeld dat zowel de presidenten George Washington en Thomas Jefferson als Abraham Lincoln binnen zijn muren zijn geweest. „Dat kan geen ander huis in de Verenigde Staten ons nazeggen”, aldus manager Tom Breen.

Een landweggetje voert naar Chatham Manor. Het is in deze sfeer moeilijk voor te stellen dat dit 150 jaar geleden een oord was van bloed en rook en tranen. Tijdens de oorlog bezetten de noordelijke legers het pand. Ze gebruikten het als hoofdkwartier, later als veldhospitaal. Honderden mannen werden hier binnengebracht, van wie er velen overleden. De soldaten trokken de lambrisering weg en gebruikten die als brandhout. In het onderliggende gips kerfden ze hun namen – onmiskenbare sporen die bezoekers anno 2011 nog altijd op de burgeroorlog wijzen.

In beide legers werd ruime aandacht besteed aan het geestelijk welbevinden van de soldaten. Legerpredikanten hielden godsdienstbijeenkomsten, schreven brieven om de familie te informeren of om hen te troosten als een soldaat was gesneuveld. Ze verstrekten religieuze traktaten aan de soldaten, bedienden sacramenten, hielden rouwplechtigheden.

Een belangrijke rol speelde de US Christian Commission. Duizenden vrijwilligers, vooral vrouwen, haalden tijdens de oorlog voor de Christian Commission 6 miljoen dollar op. Dat geld werd gebruikt om Bijbels en religieuze traktaten te verspreiden. Soldaten kregen een Nieuw Testament of een brief van Paulus, vaak in zakformaat. „Je kunt je voorstellen hoe gelovig een soldaat werd, als het Bijbeltje in zijn borstzak een kogel tegenhield”, zegt Breen. „Er zijn meerdere verhalen hiervan bekend.”

Breen weet ook nog een anekdote over de presbyteriaanse ds. Robert L. Dabney te vertellen. „Hij hield zijn soldaten voor dat ook kogels door de Goddelijke Voorzienigheid worden geleid. Maar toen hij korte tijd later zelf in een hevig vuurgevecht terechtkwam, zocht hij dekking achter een stevige schutting.”

Leiders van de zuidelijke legers waren bijna zonder uitzondering godsdienstig, zegt Breen. „Bij de noordelijke leiders lag dit diverser. Vooral de zuidelijke generaal Stonewall Jackson moet een heel gelovige man zijn geweest. Alles wat er in zijn leven voorviel, zag hij als een uiting van Gods wil. Hij zou geen brief op zondag sturen, want hij geloofde dat dat een schending van de sabbat was. Van de noordelijke legers was bijvoorbeeld generaal Howard ook heel religieus, wat blijkt uit zijn bijnaam: ”de christelijke generaal”. Op een bord in zijn tent schreef hij elke dag een Bijbeltekst. Toen president Lincoln eens bij Howard op bezoek was, stond Psalm 23 op het bord: De Heere is mijn herder. Ze spraken met elkaar over deze woorden. Bij Lincoln zie je een duidelijke ontwikkeling in de loop van de oorlog. Hij ontwikkelde zich van een pragmatisch politicus tot iemand voor wie het geloof steeds meer betekenis kreeg.”

Oordeel

Lincoln werd in november 1864 herkozen als president. Weken van nat weer gingen vooraf aan die vierde maart 1865, toen hij zijn tweede inaugurele rede zou uitspreken. Washington had nog nooit zo veel mensen op de been gezien. Hotels waren overboekt, en vele tienduizenden stonden in modderplassen uit te zien naar een rede van zelfrechtvaardiging en komende overwinning.

Het werd een tekst van slechts 700 woorden, verdeeld over 25 zinnen, de op een na kortste van de inaugurele redes in de Amerikaanse politieke geschiedenis. En tegelijk een van de mooiste en diepzinnigste. Want alle zelfrechtvaardiging of veroordeling van het Zuiden bleven uit. Beide partijen lazen dezelfde Bijbel en baden tot dezelfde God. Elk riep Zijn hulp in tegen de ander, zo hield Lincoln de mensenmassa voor. „Maar de gebeden van beiden konden niet worden beantwoord. De gebeden van geen van beiden zijn volledig beantwoord. De Almachtige heeft Zijn eigen doelstellingen.”

Hier steeg een president uit boven het gewone staatsmansspreken dat zo graag God annexeert. Lincoln noemde de slavernij een van de ergernissen die moesten komen, en de oorlog een oordeel van God over beide partijen, want beide hadden schuld. Hij riep Noord en Zuid ertoe op de leiding van God in het gebeurde te erkennen en te streven naar verzoening.

Beste speech

Zelf beschouwde Lincoln dit als zijn beste openbare speech, een die de tand van de tijd zou doorstaan. Hij besefte dat zijn rede niet meteen populair zou zijn, en wist daarvan de reden: mensen zijn niet gecharmeerd van het idee dat er een verschil is in hun eigen doelstellingen en die van de Almachtige. „Wie dit echter ontkent, ontkent dat er een God is die de wereld regeert”, zo schreef Lincoln enkele dagen later aan een Republikeinse leider.

De man die zo treffend had gesproken over de Voorzienigheid werd een week na het einde van de oorlog neergeschoten door een fanatieke toneelspeler uit het Zuiden. Het was Goede Vrijdag, 14 april 1865.

Dit is het derde deel in een serie over de Amerikaanse Burgeroorlog en de afschaffing van de slavernij. Morgen deel 4.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer