Heeft de wegenwacht tegenwoordig de beschikking over de modernste communicatiemiddelen, in de beginjaren was dat wel anders. Wegenwachten reden vaste routes over het hoofdwegennet. Wanneer hij zijn vaste route tijdelijk moest verlaten plaatste de wegenwacht een vlag in de berm. Op een kaartje op de vlag gaf hij aan hoe laat hij weer terug dacht te zijn. Dat deed hij ook als hij ging lunchen.

In 1950 plaatste de ANWB de eerste blauwe telefoonborden op plekken waar leden met pech konden bellen. In sommige gevallen was dat gewoon bij mensen thuis.

In 1967 werden de eerste exemplaren van veertig ANWB-telefooncellen geplaatst langs autowegen en op plekken met weinig communicatiemogelijkheden in de buurt. De cellen waren een cadeau aan de Nederlandse bevolking ter gelegenheid van het miljoenste ANWB-lid.

In 1970 startte een landelijk dekkend netwerk van praatpalen, dat in samenwerking met Rijkswaterstaat wordt opgezet. In 1977 is het landelijk dekkend netwerk voltooid.

Oude wegenwachtvoertuigen in chronologische volgorde: Harley Davidson, BSA (beide motoren) Citroën 2CV besteleend, DAF bestel, Citroën Ami, Renault 4, BMW motor, VW Golf Variant, VW T5 (Transporter), VW Touran, VW Caddy Accuservice, VW Caddy.

Anno 2011 zijn er negenhonderd wegenwachters actief die 24 uur hulp bieden. In negen van de tien gevallen weten ze een voertuig ter plaatse te repareren.