Terug naar automobiele eenvoud met Tata Nano
De westerse automobilist raakt meer en meer verwend. Vergaande luxe is gemeengoed geworden. Comfort wordt met hoofdletters geschreven. Tijd om eens terug te gaan naar de basis met de Tata Nano.
De moderne auto opent zich sleutelloos, stelt bij het starten de gewenste radiozender in, praat de bestuurder via het navigatiesysteem naar de gewenste bestemming, voorziet daarbij iedereen van de eigen gewenste temperatuur en waarschuwt niet alleen voor alle onheil, maar grijpt ook waar nodig is in. Dat moet allemaal worden vergeten bij de Tata Nano, de goedkoopste auto ter wereld (zo’n 2000 euro).
De proporties van het in India gebouwde autootje zijn op z’n minst lachwekkend. Deels komt dat door de volwassen hoogte van 1,65 meter samen met de piepkleine 12 inch wielen. Tegelijk oogt de Nano behoorlijk modern, als een soort van vierdeurs Smart. Het basisidee achter het model is dat de Nano ter vervanging moet dienen van de motorfiets waarop hele volksstammen zich in z’n thuisland verplaatsen. Functionaliteit is hoofdzaak, vandaar vier portieren, een neerklapbare rugleuning van de achterbank, maar vreemd genoeg geen achterklep.
De achterkant blijft gesloten, alle lading moet via de achterportieren naar binnen. En nog vreemder, de motor ligt tussen de achterwielen in en kan alleen via de bagageruimte worden bereikt. Eenvoud troef, maar het werkt wel.
De machinerie bestaat uit een tweecilinder 624 cc multipoint injectiemotor met een vermogen van 35 pk en een koppel van 48 Nm. Genoeg bij een voertuiggewicht van 600 kg. Dat betekent wel dat vier volwassen passagiers het totaalgewicht ruimschoots met 50 procent doet toenemen.
De Tata Nano wordt niet in Europa verkocht. Er bestaan wel plannen voor een aangepaste versie, maar voorlopig is er één exemplaar in Nederland die is gekocht door blijdatikrij.nl, een site waarop particulieren werkzaamheden aan de eigen auto kunnen aanmelden en waarop garagebedrijven een aanbieding kunnen doen. Blijdatikrij wil voor promotionele doeleinden natuurlijk graag een kenteken op de Nano en dat betekent een bezoek aan de Rijksdienst voor het Wegverkeer om het autootje binnenstebuiten te keren.
De eenvoud wordt pas echt duidelijk na het in de hand krijgen van de sleutel. De bestuurdersdeur is de enige met een slot. De overige portieren kunnen met een palletje open. Vanbinnen het nodige plaatwerk en veel goedkope, harde kunststoffen. Korte stoelen met aangebouwde hoofdsteunen overtrokken met kunstleer doen voor de zomermaanden zweterige ruggen en zitvlakken vermoeden.
Maar verder is de vormgeving beslist niet onaardig. Draairuiten op alle portieren, een versnellingspook keurig in de hoes en een dashboard met in het midden het instrumentarium. Dat klinkt wellicht wat chic voor alleen een snelheidsmeter met kleine display en een paar controlelampjes. Verwarming en ventilatie, helaas, zijn er bij deze basisversie niet. Een centrale ruitenwisser en één buitenspiegel completeren de uitrusting.
Onder de kap aan de voorkant ligt het reservewiel en zit een plastic dop waarachter zich de vulopening van de brandstoftank bevindt. Langs de randen van het plaatwerk, ook aan de buitenkant, is wat beginnende roest zichtbaar, terwijl deze auto splinternieuw is. Een reis over de oceanen, geen antiroestbehandeling en een (te) dunne laklaag zijn hier de boosdoeners.
Tijd om de starten. Probleemloos komt de tweepitter tot leven. Klinkt bekend, de Nano doet nog het meest denken aan een Citroën 2CV. Het vierbakje schakelt beslist niet beroerd en de prestaties van het kleintje vallen helemaal niet tegen. Zeker in de spits van Utrecht naar Lelystad komt de Tata aardig mee met z’n topsnelheid van 105 km/u. Het motorgeluid blijft zo binnen de perken dat een gesprek van man tot man zonder stemverheffing mogelijk is. Het aantal passagiers is wel van invloed op het weggedrag. Hoe meer gewicht, hoe stabieler de Nano ligt. Opmerkelijk is de korte draaicirkel.
Even aftanken voor de officiële weging bij de RDW leert dat het gemiddelde verbruik met 1 op 18 zeer economisch is. Op de brug heeft de Nano meteen z’n eerste compliment te pakken. Een kennersoog ziet direct dat de kwaliteit van het kleintje aanzienlijk beter is dan van de Chinese producten die de keurmeesters tot nu toe onder ogen hebben gehad.
De Nano zet de automobilist beslist aan het denken. Is de zucht naar luxe niet te ver doorgeschoten? Is internet in de auto echt noodzakelijk, moet aan de hand van bruuske stuurbewegingen een signaal klinken dat er beter gepauzeerd kan worden en moet een auto zelf remingrepen kunnen uitvoeren? Tata bewijst met de Nano het tegendeel.
Succes Nano blijft uit
India heeft 1,1 miljard inwoners, dat geeft dus enorme marktkansen. Maar de helft van de mensen heeft per dag nog geen anderhalve euro om van rond te komen. In zo’n budget past geen auto, zeker niet bij steeds stijgende brandstofprijzen. De grote Indiase steden hebben permanent te maken met verkeersopstoppingen vanwege de vele fietsers, brommers en handkarren. Als al deze mensen een Tata Nano kopen, wordt dat er niet beter op.
Wie in India geld heeft voor een auto, koopt veel liever een groter model, zoals de Maruti, de Indiase Suzuki Alto. Afgelopen maart verkocht Tata in eigen land 8707 Nano’s.