’Joegoslavië bewapende Servische milities’
De Joegoslavische strijdkrachten trainden en bewapenden strijders van de extremistische militie van de Servische Radicale Partij van Vojislav Seselj. Een beschermde getuige, aangeduid als C47 heeft dit dinsdag voor het Joegoslavië–Tribunaal verklaard.
De aanklagers willen aantonen dat de toenmalige president van de deelrepubliek Servi, Slobodan Milosevic, etnische zuiveringen beraamde en liet uitvoeren.
Getuige C47 wijdde dinsdag uit over de rol van bewapende Servische extremisten, de Cetniks. Zij maakten zich schuldig aan etnische vervolgingen in het conflict tussen Serviërs, Kroaten en Bosniërs in het uiteenvallende Joegoslavië.
De Cetniks van begin jaren negentig waren de paramilitaire tak van de radicale partij van Seselj. Seselj was volgens de zich monarchist noemende C47 aanvankelijk een nationalist en royalist. Maar bij het uitbreken van de afscheidingsoorlogen in 1991/92 maakte Seselj gemene zaak met de Servische staat die hij als communistisch had gelaakt. Seselj zette zijn monarchistische gedachtegoed opzij en streefde verder naar een Groot–Servië dat alle gebieden van Joegoslavië moest omvatten waar Serviërs woonden. Om de staat zo groot mogelijk te maken, moesten bewapende vrijwilligers etnisch gemengde gebieden puur Servisch maken.
De getuige C47 was politiefunctionaris in Subotica en lokaal vooraanstaand lid van Seselj’s Radicale Partij. Hij was daarom ook betrokken bij het werven van vrijwilligers en hun uitzending naar gebieden waar gevochten werd. De meesten gingen niet direct naar het front maar eerst naar een opleidingscentrum van het federale Joegoslavische leger ten zuidoosten van Belgrado. Daar werden de vrijwilligers van Seselj’s partij uitgerust. Ze kregen volgens C47 ook documenten van het leger waarmee ze feitelijk een officiële militaire status verwierven. Zo konden ze een militair pensioen opbouwen, van hun werk verzuimen wegens de oorlog en hoefden ze de elektriciteitsrekening thuis niet te betalen. C47 was naar eigen zeggen ook bij een bijeenkomst waar Seselj onder meer met een Servische bewindsman, Mihalo Kertes, de te volgen koers besprak.
De getuige was zelf ook in oorlogszones waar het hem naar eigen zeggen duidelijk werd dat de Serviërs de agressors waren, dat de Serviërs plunderden, moordden en veroverden.€ Toen hij in de Kroatische streek West–Slavonië protesterde tegen de verkrachting van en de moord op een meisje dreigden de aanwezige Cetniks hem dood te schieten. Volgens C47 gingen de Cetniks opzettelijk wreed te werk bij de vervolgingen van burgers en was C47 daar op verschillende plaatsen getuige van. De wreedheid paste in het plan om niet–Serviërs zo te terroriseren dat ze wegvluchtten.
De getuigenis van C47 wordt woensdag voortgezet. Eerder op dinsdag is het verhoor van B1098 afgerond. Hij was een overlevende van een massamoord op zevenhonderd moslims in de streek van Zvornik in het noordoosten van Bosnië–Herzegovina. De beklaagde Milosevic betwistte in zijn kruisverhoor de lezing van B1098. Diens strikt geheim gehouden naam was door een technische fout op de publieke tribune te horen via het Servokroatische vertaalkanaal. Milosevic werd door zijn medewerker op hoogte gesteld van de fout en beklemtoonde op de zitting dat hij dus niets te maken had met de verspreiding van de naam van B1098.