Dat stelt de Iraanse ambassade in Den Haag vrijdag naar aanleiding van de dood van de Iraanse asielzoeker die zichzelf in brand had gestoken. Volgens een verklaring lijkt het erop dat Nederland „een gevoel van verantwoordelijkheid moet tonen voor de verbetering van de ongepaste situatie van immigranten die een beter leven zoeken in dit land”.

De 36-jarige Iraniër stak zichzelf woensdag op de Dam in Amsterdam in brand. Hij overleed donderdag aan zijn verwondingen. Het was een asielzoeker van wie vorige week een herhaalde asielaanvraag was afgewezen.

Volgens een van de advocaten die de man de afgelopen jaren bijstond, verkeerde de Iraniër in zijn land van herkomst naar eigen zeggen in journalistieke kringen. Hij zou zijn weggegaan vanwege publicaties waar het Iraanse regime niet blij mee was. Bij terugkomst vreesde hij gemarteld te worden.

De ambassade laat verder weten het te betreuren dat „een Iraanse burger” die „weg van zijn familie en vaderland” was, problemen heeft gehad die hebben geleid tot zijn dood. De Iraanse autoriteiten hebben contact opgenomen met zijn familie en zullen hun best doen om het stoffelijk overschot naar Iran over te brengen.

Minister Gerd Leers (Immigratie en Asiel) benadrukte in een reactie dat de procedures die de Iraniër in Nederland heeft doorlopen, zorgvuldig waren. Hoewel de contacten met Iran goed zijn, zei Leers dat het wel helpt als andere landen meewerken aan de terugkeer van uitgeprocedeerde asielzoekers, onder meer door behulpzaam te zijn met reispapieren. Volgens hem is het van belang dat asielzoekers die niet in Nederland mogen blijven, zo snel mogelijk teruggaan.