Eigen salaris blijft pijnpunt Europees Parlement
Het Europees Parlement blijft grote moeite houden met het vaststellen van een gelijk salaris voor alle 626 afgevaardigden. Dinsdag kon het EP in Straatsburg opnieuw geen overeenstemming vinden over een nieuw statuut voor de leden. Dat omdat een kleine meerderheid van 24 europarlementariërs niet wil dat enkele lidstaten daar ook nog eens belasting over kunnen heffen.
Het salaris van de EP–leden en hun reis– en onkostenvergoedingen zijn al jaren stenen des aanstoots voor het parlement. Een europarlementarir verdient even veel als een nationaal parlementslid. In Spanje en Portugal verdienen parlementsleden erg weinig, waardoor hun europarlementariërs creatief gebruik maken van onkostenregelingen om rond te komen.
Om fraude te voorkomen, stelde de Duitse socialist Rothley voor alle EP–leden een vast salaris te geven 8500 euro bruto. Daarover moeten zij dan nog een Europese belasting en pensioenheffing van 35 procent betalen. Zeker vijf lidstaten, waaronder de Scandinavische landen, willen die EU–belasting voor hun europarlementariërs echter vervangen door een nationale premie, die soms hoger ligt.
Het EP kon zich daar niet in vinden omdat hierdoor toch weer ongelijkheid zou ontstaan. Nederlandse europarlementariërs vermoeden echter dat leden uit landen met riante salarissen voor politici zich hierachter verschuilen, in de hoop hun hoge eigen loon te kunnen behouden.
Het Europees Parlement is het er wel over eens om voortaan alleen nog de werkelijk gemaakte reis– en onkosten uit te betalen. De vaste vergoeding zou dan verdwijnen, zodat europarlementariërs die voordelig reizen niet langer een extra zakcentje verdienen. Deze nieuwe strenge regeling gaat echter pas in als er ook overeenstemming is over de salarissen.
Dinsdag en woensdag praten vertegenwoordigers van parlement, Europese Commissie en lidstaten opnieuw over de al vijf jaar durende impasse rondom het statuut van de europarlementariërs. Daardoor hopen zij toch nog te komen tot een compromis, waarmee de EU–regeringsleiders over twee weken op een topontmoeting in Griekenland kunnen instemmen. De berichten over misbruik van fondsen door europarlementariërs droegen eraan bij dat in Nederland in 1999 maar 29 procent van de kiezers kwam opdagen voor de Europese verkiezingen.