Dat blijkt uit een onderzoek dat de preventiedienst voor agrarische en groene sectoren Stigas dinsdag heeft gepubliceerd. Nu het weer wat warmer is, zijn er ook weer volop teken. Die beestjes kunnen de ziekte van Lyme overbrengen, die uiteindelijk fataal is als een geïnfecteerde beet niet wordt behandeld met zware antibiotioca.

Het onderzoek is vorig jaar samen met de Wageningen Universiteit uitgevoerd in het tekenseizoen onder achthonderd groene werknemers. Boomverzorgers en ongediertebestrijders blijken het meest met teken in aanraking te komen. In die beroepsgroepen is 8 procent wel eens langdurig ziek thuis geweest door een tekenbeet, in de andere groene sectoren ligt dat aantal op 2 procent.

Teken, beestjes ter grootte van een piepkleine spin, nestelen zich graag in oksels, liezen en knieholtes en zuigen zich vol met bloed. Na een beet van een besmette teek ontstaat een rode, warme plek op de huid, die na verloop van tijd weer verdwijnt. Pas veel later ontstaan onder meer spier- en gewrichtsklachten, die artsen nog lang niet altijd herkennen als het gevolg van een tekenbeet.

Stigas en de collectieve zorgverzekeraar voor land- en tuinbouw Colland starten binnenkort met een tekenspreekuur. Wie een beet heeft opgelopen wordt doorverwezen naar een speciale tekenpoli. De brancheorganisaties gaan zich ook inzetten voor goede bedrijfskleding, want bedekken van benen en armen werkt preventief, terwijl nog veel werknemers in een korte broek en een T-shirt rondlopen. Voor werkers in het groen is deze week uitgeroepen tot ‘week van de teek’ met een speciale website.