Stekeligheid troef in zaak-Margarita
Prinses Margarita „roept maar wat en als blijkt dat dat niet klopt, roept ze wat anders.” De toon was grimmig maandag, tijdens het kort geding bij de Amsterdamse rechtbank, waar de veelbesproken prinses 74.000 euro van haar voormalige bank MeesPierson eiste.
Met een alleraardigste glimlach liet Margarita, in beige gestoken en met witte zomerschoenen, zich maandagmorgen het geflits van het legertje persfotografen welgevallen.
Minder aardig verliep de discussie tussen Margarita’s advocaat mr. F. Kemp en raadsman mr. A. van Hees namens de bank MeesPierson. „Geen ruzie maken, heren”, maande vice-president mr. M. Poelmann de kemphanen. Voorbeeld van de stekeligheden. Kemp: „Ik zou geen zaken willen doen bij MeesPierson.” Van Hees: „Dit slaat nergens op. Beperk u tot de zaak.”
Margarita wil dat haar vroegere bank MeesPierson haar gedeeltelijk schadeloos stelt voor de verdwijning van 100.000 dollar in januari 1998. Het bedrag is in januari 1998 overgemaakt naar Margarita’s vader Carel Hugo de Bourbon de Parme, die krap bij kas zat. De transactie zou geregeld zijn door de oudste broer en zus van Margarita.
Volgens Kemp is de overboeking in 1998 zonder medeweten van Margarita zelf bekokstoofd. Daarmee heeft MeesPierson „onrechtmatig” gehandeld. „Een bank heeft niet het recht haar rekeninghouders te bevoogden.” De bank moet daarom het geld terugstorten.
Kemp had nog een andere pijl op zijn boog. Het rekeningafschrift dat Margarita later door de bus kreeg, blonk uit in onduidelijkheid. „Zelfs achteraf is ze dus niet deugdelijk geïnformeerd.” Ze zou een en ander hebben aangezien voor een beleggingsactiviteit, geregeld door de thesaurier van het hof, die daar ook een volmacht voor had.
Verder is het ergerlijk, aldus Kemp, dat -verre- familieleden op de hoogte waren van privé-uitgaven van Margarita. De informatie zou van de bank MeesPierson komen. „De prinses ervaart het als zeer storend dat ze aangesproken werd op privé-uitgaven. Over bijvoorbeeld een reisje naar Parijs of de aankoop van een cadeautje.”
Raadsman mr. A. van Hees kwam maandag met een heel ander verhaal op de proppen. Volgens de advocaat heeft prinses Margarita „wel degelijk” toestemming gegeven voor de overboeking van 100.000 dollar in januari 1998 naar de rekening van haar vader Carel Hugo de Bourbon de Parme, de ex-man van prinses Irene. Margarita ging akkoord, nadat haar broer en zus de bank hadden gevraagd het geld van Margarita’s rekening over te schrijven op de rekening van vader.
Van Hees wijst erop dat Margarita in de vijf jaren na de transactie nooit een keer aan de bel heeft getrokken met de mededeling dat de overboeking in strijd zou zijn met de regels. Margarita’s stelling dat ze pas jaren na dato doorgrondde dat er geld van haar rekening was gehaald, verwees de raadsman naar het rijk der fabelen. „Ze roept maar wat en zodra blijkt dat dat niet klopt, roept ze weer wat anders.”
Van de bewuste transactie in januari 1998 heeft de bank geen schriftelijk bewijs. Een en ander is destijds telefonisch met Margarita doorgenomen, aldus Van Hees. Doordat de bank intensief contact had met de vrouw, is een dergelijke handelwijze gebruikelijk, meent de advocaat.
Over de gebeurtenissen voorafgaand aan de door de broer en zus gevraagde overboeking, wilde Van Hees uit privacyoverwegingen niets kwijt. Er is echter „vreselijk veel gebeurd”, liet de raadsman in de wandelgangen weten.
Kemps stelling dat het bankafschrift dat Margarita later kreeg, uitblonk in onduidelijkheid, wees Van Hees stellig van de hand. „Er is geen woord Spaans bij”, merkte de raadsman veelbetekenend op.
De prinses, die een diepgaand conflict met de koninklijke familie heeft, wil 74.000 euro van de bank. Dat is dus minder dan 100.000 dollar. Margarita’s vader Carlos Hugo de Bourbon de Parme heeft namelijk wel een bedrag aan zijn dochter overgemaakt voor haar huwelijk. Margarita ziet dat als een gedeeltelijke terugbetaling.
Uitspraak 11 juni.