Dagboek onthult familiedrama
Tussen alle verfpotten met rijtuigzwart, Chinees geel en zinkgroen staat daar loodwit. De 12-jarige Johanna schrijft in haar dagboek: „Het mooiste woord in de werkplaats vind ik loodwit, omdat het zo’n onlogisch woord is: lood is heel zwaar, en wit klinkt blij en licht.” Loodwit is niet alleen een dekkend wit, het is ook giftig.
Dit typeert op een rake manier het nieuwe boek van de schrijfster Mariëlle Kramer, ”Loodwit”. Kramer, bekend van haar boek ”Maar verder is alles goed” (2006), laat in deze historische roman slechts twee hoofdpersonen aan het woord, oma Hadewich en kleindochter Johanna. Beiden beginnen tegelijkertijd met het bijhouden van een dagboek, en wel vanaf 1941. Hadewich schrijft heel doelgericht aan haar kleindochter naar aanleiding van een erfenis. Met flashbacks uit haar leven onthult ze beetje bij beetje een groot familiedrama. Johanna schrijft speels en ongedwongen aan zichzelf, over het dagelijkse leven met haar familie.
Kramer heeft de twee verschillende schrijfstijlen goed gehandhaafd. Door Hadewich heen lees je over de moeilijke tijden in de oorlog, over textielpunten, schuilkelders en werkkampen.
Al is de climax wat voorspelbaar, toch boeit het boek. Het bevat een schat aan informatie over de alledaagse werkelijkheid in de oorlog. Wie weet nog dat warm eten twee uur in de hooikist moest om te garen, dat pieten (hoofdluizen) met petroleum behandeld werden en dat blauwe sokken aan in bed een middel waren tegen kinderloosheid? Wie geniet van zulke wetenswaardigheden, zal ook ”Loodwit” op waarde weten te schatten.
Loodwit, Mariëlle Kramer; uitg. Kok, Utrecht, 2011; ISBN 978 90 435 1869 7; 217 blz.; € 16,90.