De 15-jarige leerlinge Imane Mahssan had de school voor de rechter gedaagd omdat ze op school geen hoofddoek mocht dragen. Volgens de rechter past het hoofddoekjesverbod echter binnen het katholieke karakter van de school waarbij andere geloofsuitingen niet zijn toegestaan. Ook bepaalde de rechtbank dat daarmee de vrijheid van meningsuiting niet wordt beperkt en dat de school niet discrimineert op basis van geloof.

Net als Wilders vinden onder meer de fracties van de SGP en de ChristenUnie het een prima zaak dat de rechter de Volendamse school in het gelijk heeft gesteld. „In het Nederlandse onderwijssysteem zijn ouders vrij hun kind naar wat voor school dan ook te sturen. Daarmee is de vrijheid van onderwijs, maar ook de vrijheid van geloof gewaarborgd”, stelt Kamerlid Elbert Dijkgraaf (SGP). „Het gaat hier dus om meer dan alleen het dragen van een hoofddoek.”

Collega Joel Voordewind (ChristenUnie) vindt wel dat duidelijk moet zijn of scholen een duidelijke consistente lijn volgen eer ze zich op een dergelijk verbod kunnen beroepen. „Ik ga ervan uit dat de rechter dat element in de kwestie van het Don Bosco College heeft gewogen. Daarmee heeft de uitspraak onze steun.”

Volgens de PvdA ligt met dit vonnis segregatie op de loer. „Vooropgesteld: de rechter is de rechter. Maar deze uitspraak kan grote gevolgen hebben”, aldus Kamerlid Martijn van Dam (PvdA). „Hiermee staat namelijk de deur open voor alle confessionele scholen om een keuze te maken en krijg je meer scheiding. Dat moet je niet willen.”

Ook bij GroenLinks hopen ze niet dat het hoofddoekjesverbod op het Don Bosco College het begin is van een trend waardoor meisjes min of meer gedwongen worden les te volgen op een islamitische school. De SP had graag gezien dat er wat meer ontspannen met de kwestie was omgegaan.