Opinie

Overvolle gevangenissen

In de juridische vakbladen wordt regelmatig over de grens gekeken. Het onderzoeken en vergelijken van buitenlandse rechtsbeoefening levert belangrijke inzichten op die ook het Nederlands recht ten goede komen. Aan de andere kant leidt dit ook –ondanks alle kritiek– tot het leren waarderen van de rechtsstaat zoals die alhier wordt vormgegeven. Dit laatste is het geval bij het lezen van het artikel ”Amerikaanse toestanden” in NJB nr. 9 van de hand van mr. O. A. Haazen, advocaat te New York. Het fenomeen cellentekort is ons welbekend en leidt tot discussies over meerpersoonscellen. Het probleem is echter niets vergeleken bij de chronische overbevolking van de Amerikaanse gevangenissen.

4 April 2011 08:12Gewijzigd op 14 November 2020 14:22

NRC Handelsblad berichtte recentelijk dat geldnood bij het openbaar ministerie leidt tot minder taakstraffen en meer boetes. Want straffen kost geld, maar boetes leveren tenminste iets op – straffen met de Hollandse koopmansgeest. Amerika gelooft echter heilig in de vrijheidsstraf. In het land van de vrijheid zit bijna een kwart van alle gevangenen ter wereld opgesloten. Lange straffen veroorzaken echter een overschot aan gevangenen; in Californië is de bezetting 90 procent boven de bezettingsgraad.

Voor bewaking is nauwelijks ruimte of geld. Er zijn voortdurend rellen en er is onvoldoende medisch personeel. Er vallen veel doden en er waren besmettelijke infectieziektes rond. Ondanks door gedetineerden aangespannen rechtszaken en uitdrukkelijke corrigerende uitspraken van rechtbanken veranderde er niets. Tot de rechtbank het beu werd: in augustus 2010 veroordeelde hij gouverneur Schwarzenegger de bezettingsgraad tot 137,5 procent terug te brengen – het overschot moet verplicht worden vrijgelaten. Door deze nood gedrongen zijn eindelijk de alternatieve straffen in beeld: ze voorkomen onvoorwaardelijke vrijlating en leveren nog een miljoenenbesparing op ook. Zo kan Nederland ook Amerika eens ten voorbeeld zijn.

De invloed van Europa op het recht is intussen onuitwisbaar en neemt steeds meer toe. Dit heeft onder meer geleid tot het recht op consultatie van een raadsman voor het politieverhoor. Dit geldt ook jongeren. Vanuit het oogpunt van rechtsbescherming een goede zaak, maar in de praktijk blijkt deze verplichting om eerst een raadsman toe te laten voor jongeren tot negatieve effecten te leiden, zo blijkt uit een bijdrage van mr. Quint in NJB 11.

Ten eerste belemmert het een eenvoudige afdoening van de zaak met een zogeheten Halt-straf, omdat jongeren wordt geadviseerd zich op hun zwijgrecht te beroepen zolang het onderzoek loopt. Zonder bekentenis kan er echter geen Halt-straf worden opgelegd. Omdat de advocatencentrale na 20.00 uur niet meer bereikbaar is, leidt het er bovendien toe dat jongeren op het politiebureau moeten overnachten, waar ze anders na verhoor werden heengezonden. Voor jongeren kan dat disproportioneel uitpakken. Tot slot is er het risico dat de politie bij zaken die normaal naar Halt zouden zijn verwezen, nu eerder geneigd is het bij een waarschuwing te laten. Maatschappelijk en pedagogisch gezien is dat ongewenst. De auteur bepleit daarom maatwerk: bijvoorbeeld het heenzenden van de jongere met de afspraak dat hij zich de volgende dag weer meldt, om overnachting te voorkomen. Raadslieden dienen na te gaan of de jongere wellicht in aanmerking komt voor Halt en daarmee bij de advisering rekening houden.

De rigoureuze bezuinigingsplannen voor de rechtspraak door de griffierechten (kosten die betaald moeten worden om een procedure aanhangig te maken bij de rechter) fors te verhogen met 240 miljoen euro doen in de vakliteratuur (Advocatenblad 4; NJB 11) veel stof opwaaien. Betrokkenen vrezen dat de toegang van de burger tot de rechter daardoor in het gedrang komt, een recht dat de overheid dient te garanderen. Beroepsorganisaties wijzen op de mogelijkheid van kostenbesparende alternatieven, zoals het elektronisch indienen van stukken. Minister Opstelten vindt echter dat van burgers verwacht mag worden dat ze op verantwoorde wijze gebruikmaken van de rechtspraak, „zonder de belastingbetaler op kosten te jagen.”

Uitgangspunt van het kabinet is daarom dat niet de belastingbetaler maar de gebruiker van de rechtspraak moet betalen. Daarmee koerst het kabinet in feite af op privatisering van de rechtspraak. Een kwade ontwikkeling, die de vraag doet rijzen of het recht straks alleen nog toegankelijk is voor degenen die het zich financieel kunnen veroorloven. Dat doet denken aan de befaamde cynische uitspraak dat de wet in al zijn gelijkheid zowel rijken als armen verbiedt om onder een brug te slapen en brood te stelen. Twee rechters vragen zich in het NJB bovendien af of deze operatie niet in strijd komt met Europese verdragen waarin de toegang tot de rechter is vastgelegd. De Europese rechter heeft al enkele malen geoordeeld dat de heffing van een bepaald griffierecht dat voor de rechtzoekende niet betaalbaar was, schending door de betrokken staat opleverde. De verwachting is dan ook dat het hierover nog zal gaan stormen in Den Haag.

Mr. A. Klaassen, advocaat bij Bouwman Van Dommelen Advocaten. Reageren aan scribent? focus@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer