De oproep werd gedaan na de toespraak die president Bashar al-Assad woensdag gaf in het parlement, en waarin hij duidelijk maakte dat politieke hervormingen voor hem geen prioriteit hebben. De oppositie in het autoritair geleide land eist vrijheden en politieke hervormingen. Ook wil ze dat een einde komt aan de noodtoestand, die al sinds 1963 van kracht is in Syrië.

In de afgelopen weken trad het veiligheidsapparaat keihard op tegen demonstraties in steden als Deraa en Latakia. Activisten en mensenrechtenorganisaties stellen dat tussen de zestig en 130 mensen om het leven zijn gebracht. Volgens de autoriteiten zijn niet meer dan dertig mensen zijn gestorven tijdens ongeregeldheden.

Voorafgaand aan de toespraak van Assad van woensdag leek het er nog op dat het bewind bereid was concessies te doen. Zo kondigde een naaste adviseur van Assad zondag aan dat de noodtoestand zou worden beëindigd. Assad sprak daar woensdag met geen woord over. Wel stelde hij dat zijn land „het grote doelwit is van een samenzwering van buiten”. De mensen die de straat opgaan om te demonstreren, zijn er volgens Assad „ingeluisd”.

Het staatspersbureau SANA meldde donderdag nog wel dat er een commissie is ingesteld, die in de komende maand gaat bekijken of de noodtoestand alsnog kan worden afgeschaft en vervangen door antiterreurwetgeving. De maatregel werd met scepsis ontvangen. „Als je in ons deel van de wereld een commissie opzet, dan wil je het onderwerp onder het tapijt vegen”, reageerde Hilal Khashan, een politiek wetenschapper aan de American University in Beiroet, de hoofdstad van Libanon, een buurland van Syrië. „Hij probeert tijd te winnen.”

Assad (45) is staatshoofd van Syrië sinds 2000. In dat jaar stierf zijn vader Hafez, die bijna dertig jaar met ijzeren hand regeerde over het Arabische land. Zo gaf Hafez al-Assad in 1982 de opdracht voor de massamoord op tegenstanders in de stad Hama. Schattingen van het dodental lopen zeer uiteen, van 10.000 tot 80.000.