Dat heeft de minister donderdag geschreven aan de Tweede Kamer. De huidige 26 politiekorpsen maken plaats voor een nationale politie die uit tien regionale eenheden gaat bestaan. Daarnaast komen er nog een of meer landelijke eenheden met speciale taken en een landelijke dienst voor bedrijfsvoering, zoals ICT, huisvesting en inkoop.

De politie-ICT zat al bij de organisatie Vts Politie Nederland, maar op deze organisatie bestond al veel kritiek. De politie klaagde steen en been over slechte computersystemen en ook de financiën waren niet op orde. Opstelten neemt al op 1 mei, voordat de nationale politie er is, hier de touwtjes in handen, maar laat eerst wel uitzoeken wat de financiële en bedrijfsvoeringsrisico’s zijn bij Vts PN.

Als de nationale politie een feit is, is de minister eindverantwoordelijk voor het beheer van de politie. Hij stelt aan nationale korpschef aan, die bij hem moet rapporteren. Deze korpschef gaat op 1 mei al aan de slag als kwartiermaker voor de nationale politie.

De ruim dertig meldkamers gaan op in een organisatie die drie locaties zou krijgen. Opstelten laat de Kamer nu weten daar nog eens naar te kijken. Er gaan stemmen op om tien meldkamers te behouden. Op den duur scheelt dit 50 miljoen euro.

De nationale politie moet een kwart kunnen schelen in bijkomende kosten. Dat scheelt tweeduizend banen van mensen in ondersteunende functies. Bundeling van bedrijfsvoering scheelt op termijn 230 miljoen euro. Om het huidige aantal van 49.500 politieagenten op peil te houden, komt het kabinet met een bedrag over de brug dat oploopt tot 370 miljoen euro vanaf 2015.

Gerrit van de Kamp, voorzitter van politiebond ACP, denkt dat de mensen in ondersteunende functies die moeten verdwijnen elders ingezet kunnen worden. ”Ze zijn hard nodig.” Hij houdt eraan vast dat er geen ontslagen vallen, maar dat mensen naar een andere werkplek kunnen.