Minister Van Bijsterveldt schreef vorige week aan de Kamer dat ze serieuze twijfels heeft over thuisonderwijs. Ze zou af willen van de mogelijkheid voor ouders om vrijstelling van de leerplicht krijgen als ze binnen 20 kilometer van hun woonplaats geen school kunnen vinden die past bij hun levensovertuiging.

De fracties van VVD, PVV, CDA, ChristenUnie en SGP willen wel dat deze mogelijkheid in stand blijft, zo bleek gisteren tijdens een commissievergadering in de Tweede Kamer. Het aantal kinderen dat thuisonderwijs krijgt, bedraagt ruim 300.

Minister Van Bijsterveldt (CDA) uitte haar twijfels over het thuisonderwijs toen bekend werd dat bijna honderd ouders van het Islamitisch College Amsterdam onderwijs aan huis overwogen omdat hun school gaat sluiten. Overigens heeft ondertussen 80 procent van hen besloten daarvan af te zien.

De meerderheid van de Kamer is wel voorstander van meer toezicht op thuisonderwijs. Dat zou kunnen door ouders die hun kind gaan lesgeven, van tevoren een taaltoets te laten maken. Ook zou er inspectietoezicht kunnen komen op het thuisonderwijs.

ChristenUnie-Kamerlid Slob was de enige die geen nadere regels wil. Hij waarschuwde voor „misplaatste flinkheid” en zei dat de overheid niet te veel achter de voordeur van haar burgers moet komen.

SGP-Kamerlid Dijkgraaf stelde voor om de gronden waarop ouders vrijstelling kunnen krijgen van de leerplicht voor hun kinderen uit te breiden. Niet alleen levensbeschouwing zou een grond moeten zijn, maar ook het hebben van hoogbegaafde kinderen. D66 ondersteunde dat idee.

Van Bijsterveldt stuurt uiterlijk 1 december een plan van aanpak naar de Tweede Kamer.