„Islamisering van Indonesië dreigt”
JAKARTA – Gomar Gultom zag de gruwelijke beelden van een woedende menigte die vorig jaar drie jonge leden van de moslimsekte Ahmadiyah in West-Java lynchte. Sindsdien is geweld tegen religieuze minderheden in Indonesië bijna aan de orde van de dag.
„De Ahmadiyahgemeenschap heeft het nu veel zwaarder dan de christenen”, zegt Gomar Gultom, secretaris-generaal van het Verbond van Indonesische Kerken (PGI), in zijn kantoor aan de drukke Jalan Salemba Raya in hartje Jakarta. Maar ook de kerken hebben het niet gemakkelijk. Op dit moment strijdt de gereformeerde Yasminkerk in Bogor ervoor om de deuren open te houden. De 52-jarige Gultom volgt de affaire op de voet.
Gomar Gultom is geboren in Tarutung, in het Noord-Sumatraanse Tapanuli. Als etnisch Batakse predikant is hij verbonden aan de Huria Kristen Batak Protestan (HKBP), de grootste kerkelijke organisatie in Indonesië. Ook zijn kerk bleef het geweld niet bespaard. In september vorig jaar raakte een predikant gewond toen moslimradicalen hem aanvielen tijdens een kerkdienst in de stad Bekasi; ook een andere predikant liep daarbij verwondingen op. Voor Gultom is de belangrijkste vraag wat de oorzaak is van het toenemende geweld in Indonesië tegen religieuze minderheden.
Gultom schreef op 14 maart een officiële protestbrief aan de regering over het nieuwe besluit van de gemeente Bogor om de deuren van de kerk te blijven verzegelen. Volgens de religieuze leider vormt de bestuurlijke aanpak in Bogor een „levensgevaarlijk precedent”, waarbij uitspraken van het hoogste rechtsorgaan in Indonesië simpelweg genegeerd kunnen worden. „De problemen met de Yasminkerk zijn erg verontrustend. De GKI, waartoe deze kerk behoort, heeft een rechtszaak tegen het gemeentebestuur van Bogor gewonnen. De viceburgemeester behoort echter tot de extreem islamitische PKS-partij. En er is een groep islamitische hardliners die de gemeente onder druk zet.”
Ondanks de druk van islamitische extremisten groeit volgens Gultom het aantal kerken in West-Java wel degelijk. Deze toename komt mede door de groei van de bevolking in de provincie, waar zich steeds meer industrie vestigt. „Er zijn veel migranten uit Noord-Sumatra, Noord-Sulawesi, de Molukken en Flores neergestreken in steden in West-Java. Zij zijn voornamelijk christen en lid van verschillende protestantse congregaties. Die gemeenschappen willen allemaal naar hun eigen kerk, want tot de protestantse kerk behoren veel verschillende denominaties. Moslims snappen dat meestal niet goed.”
De PGI-leider ontkent echter dat er te veel kerken zijn. „Het onderliggende probleem is of Indonesiërs nog samen willen leven met mensen van een ander geloof. Dat is een cruciale vraag in mijn land. Het alternatief is dat mensen afzonderlijk wonen, segregatie dus. Hier mogen christenen wel een kerk bouwen, en daar niet.”
Toch vormt de houding van sommige evangelische organisaties die in Indonesië opereren een probleem, vindt de PGI. Ze worden vaak gefinancierd vanuit de Verenigde Staten, Zuid-Korea en Singapore, maar de organisaties staan op gespannen voet met de gevestigde protestantse gemeenschappen op de archipel. „Kerken moeten niet zeggen: We willen West-Java voor 2020 veroveren. Dergelijke slogans ervaren sommige moslims als een bedreiging.”
Maar de grootste zorgen baart de ontwikkeling van een conservatieve en intolerante moslimbeweging. Gultom noemt het de ”pakistanisasi” van Indonesië. „Er is een beweging die systematische wil aantonen dat de archipel islamitisch gebied is, net als Pakistan. Ze maakt gebruik van de hoge werkloosheid en het lage opleidingsniveau van veel mensen in arme steden, zoals Bekasi, in West-Java. Waarom worden mannen lid van het extremistische Islamitische Verdedigingfront (FPI)? Ze zijn werkloos, en zo kunnen ze iemand met status worden.”
Volgens Gultom gebruiken politieke leiders de religieuze onrust voor hun eigen doeleinden. „De afgelopen tijd waren er campagnes waarbij politici allerlei beloftes deden. „Als ik gekozen word, gaan alle kerken in Depok dicht.” In Cianjur beloofde een politicus de sharia in te voeren als hij gekozen zou worden. Voor kiezers met een onderwijsachterstand zijn dit verleidelijke beloftes.”
Ondanks de vele incidenten sinds begin vorig jaar denkt Gultom dat de Indonesische regering weer voor veiligheid kan zorgen. „Zolang de islam slechts een inspiratiebron is voor de president en de ministers om de grondwet toe te passen, ben ik optimistisch. Maar als ze de wetten van de islam gaan uitvoeren, betekent dat het einde van het pluralisme in mijn land.”