’Herten moeten waddenduinen redden’
Edelherten kunnen de verschraling van duinen op de waddeneilanden tegengaan. Grazende herten vergroten de biodiversiteit.
Hoogleraar ecologie H. Olff van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) heeft dat maandag gezegd. De hoogleraar sprak vorige week op een symposium van Staatsbosbeheer op Terschelling over de verbetering van duingebieden.
„In de Nederlandse duinen is een erg eenzijdige flora aan het ontstaan. Als je edelherten laat grazen, wordt dit tegengegaan. De edelherten eten jonge boompjes en gras, waardoor andere flora meer kans krijgt”, aldus Olff.
Olff vindt Terschelling bij uitstek geschikt voor edelherten, omdat ze geen gevaar voor de omgeving opleveren. „Ze kunnen sowieso niet van het eiland af. Ook is er op Terschelling weinig gemotoriseerd verkeer. En ik denk dat het een prachtige toeristische attractie is.”
Volgens de ecoloog is het aantal velduilen en blauwe kiekendieven de laatste dertig jaar met 50 tot 70 procent afgenomen. Het aantal duinpiepers en leeuwerikken is met 90 procent gedaald. Door de bloedziekte VHS zijn de laatste tien jaar negen op de tien konijnen gestorven. Ook de veldmuizenpopulatie is met dit cijfer gekrompen.
Door de grote sterfte onder konijnen komen er minder holen bij en daardoor verstuift er minder zand. Het kalkrijk zand neutraliseert de zure regen. Dat gebeurt nu niet meer, zodat de duinen verzuren en planten uitsterven. Daarvoor in de plaats komen vooral grassen en bomen.
De veldmuizen worden door de verschraling weggejaagd. Terwijl juist zij de belangrijkste voedselbron voor veel vogels zijn. „Door edelherten in duingebieden te laten grazen, verbetert de situatie voor muizen en konijnen flink”, zegt Olff