Dat laatste was in de nacht van dinsdag op woensdag tegen het zere been van de oppositiepartijen PvdA, SP, D66, GroenLinks en de Partij voor de Dieren. In een debat over de kwestie steunden deze fracties een motie van de PvdA waarin stond dat de evacuatie, op zondag 27 februari, niet op die manier had mogen plaatsvinden. Omdat de vijf partijen 67 van de 150 Kamerzetels hebben, haalde de motie het niet.

Rutte zei na afloop van het debat dat hij zich er geen zorgen over maakt dat deze botsing gevolgen zal hebben voor andere buitenlandse onderwerpen. Het minderheidskabinet van VVD en CDA kan bij de meeste buitenlandse onderwerpen niet rekenen op de steun van gedoogpartner PVV, zodat steun gezocht moet worden bij de oppositie.

Tijdens het zeven uur durende debat erkenden de ministers Uri Rosenthal (Buitenlandse Zaken) en Hans Hillen (Defensie) volop dat er een verkeerde afweging en andere fouten waren gemaakt bij de evacuatieoperatie in Libië. „We hebben er verschrikkelijk de pest in dat het fout is gegaan”, zei Hillen. Hij betuigde spijt, onder meer aan de bemanningsleden die in levensgevaar waren gekomen.

Zowel de coalitiepartijen VVD en CDA, gedoogpartij PVV als de oppositie hadden erop aangedrongen dat het kabinet fouten zou erkennen. Rutte vond het besluit op dat moment gerechtvaardigd en hield vol dat de evacuatie die dag noodzakelijk was. De operatie met de boordhelikopter van Hr. Ms. Tromp mislukte na de landing, toen zo’n dertig gewapende mannen de driekoppige bemanning overmeesterden. Na anderhalve week kwamen ze vrij.

De PvdA, SP, D66, GroenLinks, ChristenUnie en de PvdD namen het de ministers kwalijk dat de evacuatie was doorgezet zonder dat het advies van de Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) binnen was. Die had het verzoek overigens niet opgemerkt en er was niet achter de urgente email aangebeld, wat wel had gemoeten vanwege de krappe bezetting op zondag.

Rosenthal gaf aan dat de bronnen waarop het kabinet zich had gebaseerd, niet superieur waren. Hillen zei dat Defensie onder tijdsdruk stond maar dat het niet veel had uitgemaakt als het advies van de MIVD wel was afgewacht, omdat later bleek dat de dienst geen betekenisvolle inlichtingen had.

De oppositie had het vooral gemunt op Hillen. Met name de PvdA en de SP trokken fel van leer. PvdA-Tweede Kamerlid Frans Timmermans waarschuwde dat zijn fractie weinig vertrouwen had in de correctheid en volledigheid van de informatie die Hillen aan de Kamer geeft. Hillen trok ook op dit punt het boetekleed aan. Het kabinet had volgens hem zo goed mogelijk geprobeerd de Kamer te informeren over de mislukking. „Als dat niet goed genoeg is geweest, spijt me dat”, zei hij.