Een uitzonderlijke machtspositie
Zalm is weer terug, en aan het Binnenhof wordt gefluisterd dat niet premier Balkenende maar híj de ware leider is van het nieuwe kabinet. Natuurlijk weet Zalm zelf van de prins geen kwaad, maar in zijn eerste week kon hij ook maar moeilijk verhullen dat hij binnen dit kabinet een uitzonderlijke machtspositie bekleedt. Hij is niet alleen de baas van Financiën, maar ook vice-premier en politiek leider van de VVD.
Dat belooft wat voor de komende vier jaar, waarin er een recordbedrag van zo’n 15 miljard euro bij elkaar moet worden bezuinigd. Toen Zalm in de twee paarse kabinetten als gewoon minister met enige striktheid zijn Zalmnorm en zijn uitgavenplafond bewaakte, gold hij al als de ”gesel van Financiën” - een benaming van toenmalig PvdA-minister Melkert. Wordt het ditmaal, naar het voorbeeld van bijbelvorst Rehabeam, kastijding met schorpioenen?
De vrees in linkse politieke kampementen wordt gevoed door de wetenschap dat Zalm nu niet meer loopt aan de leiband van de financieel kundige en ervaren sociaal-democraat Kok. In plaats daarvan kruist hij de degens met CDA-leider Balkenende, weliswaar professor, maar niet in de economie. Balkenendes leiderskwaliteiten staan ter discussie, waardoor het bange vermoeden postvat dat Zalm het gehele kabinet -of erger: het gehele land- de komende tijd naar zijn liberaal pijpen kan doen dansen.
Critici voorspellen dat hier een tikkende tijdbom ligt die het nieuwe kabinet over een jaar of drie zal doen exploderen. Ze wijzen op Zalms onverhulde ambitie, publiek gemaakt tijdens de verkiezingscampagne in januari, om minister-president te worden. Balkenende biechtte daarentegen onlangs in De Telegraaf op dat hij liefst acht jaar doorregeert in de huidige constellatie - en dus ook premier wil zijn in een tweede kabinet van CDA, VVD en D66. Dat moet tegen het einde van de kabinetsperiode profileringsproblemen geven.
In zijn eerste week als vice-premier laat Zalm zich echter niet in de kaart kijken. Tegenover televisie, radio en schrijvende pers houdt hij vol dat hij goed met Balkenende kan samenwerken, en dat hij hoopt en verwacht met de CDA-leider een „geoliede tandem” te vormen. Geen zweem van kritiek op Balkenendes leiderschap. Integendeel: waardering voor diens keuze om het nieuwe kabinet al vóór de beëdiging bijeen te roepen om aan teambuilding te doen en het belang van eenheid van kabinetsbeleid te onderstrepen.
Dat Zalm er zin in heeft om zich opnieuw te bewijzen als minister van Financiën, toont hij aan door ook persoonlijk al een dag voor de beëdiging aan de slag te gaan. Op het departement aan het Korte Voorhout in Den Haag overlegt hij met de ambtelijke top en de nieuwe CDA-staatssecretaris Wijn over de Voorjaarsnota en de zogeheten Startbrief, die houvast moet geven bij de voorbereiding van de rijksbegroting voor 2004. De Voorjaarsnota (een aanpassing van de lopende begroting) wordt ’s woensdags op verzoek van Zalm meteen behandeld in het eerste reguliere kabinetsberaad.
Zalms critici zien het als een voorbode van de schorpioenen, maar Zalm weerlegt dit met plechtige woorden als daadkracht en landsbelang. De discussie wordt al snel overschaduwd door het feestelijk aantreden van Balkenende II op het bordes, met Zalm tevreden glimlachend aan Harer Majesteits linkerhand. Trots op ’zijn’ vrouwen -toch twee gevonden!-, trots op zijn hele ploeg en trots op zichzelf. En met een flinke scheut liberaal vooruitgangsoptimisme.
Dit is het eerste deel van een serie verhalen over vice-premier Zalm.