Syriërs gaan hun droom werkelijkheid zien worden
Syrië staat op een keerpunt, is de ervaring van Marjolein Wijninckx. De droom van vrijheid lijkt werkelijkheid te worden.
Toen ik in 1994 voor het eerst in Syrië kwam, was ik direct verkocht. Ik hield meteen van Damascus: de oude steegjes, de ambachtswinkeltjes, de sfeer van een stad met geschiedenis, de parkjes. Daarom ging ik in 1996 terug om er te studeren. Deze stad werd mijn tweede thuis.
Als jonge studente in Syrië leerde ik hoe waardevol mijn vrijheid was. Ik zag hoe mijn vrienden elke dag leden onder het gebrek aan vrijheid, hoe angst hun leven regeerde. Hoe ze de geheime dienst aan de deur kregen omdat ze te veel buitenlandse vrienden hadden, bedreigd werden om als informant te werken. Maar ook hoe ik als jonge Nederlandse vrouw vrijheden had die mijn Syrische vriendinnen niet hadden. Een semester alleen in het buitenland studeren zat er voor hen niet in. Dat vrijheid een menselijke basisbehoefte is, ondervond ik in Syrië aan den lijve.
Na zes maanden Damascus was ik paranoïde. Ik werd steeds gevolgd door een man met op zijn borst een foto van Hafez al-Assad, toen nog president, en zijn twee zonen. Brieven die ik ontving op de ambassade waren opengemaakt en met bruine lijm weer dichtgeplakt. Een Sri Lankaanse vriend werd gearresteerd omdat hij een brief ontving waarin een vriend een grapje maakte over de president. Op de universiteit gonsden geruchten over buitenlandse studenten die spionnen waren. Onder vrienden hadden we een codetaal ontwikkeld om toch in het openbaar met elkaar te kunnen praten.
Na zes maanden Damascus kon ik me niet meer voorstellen dat Syriërs hun verstand niet verloren onder zo’n regime. Ik was blij weer weg te kunnen, maar miste tegelijkertijd de stad en de mensen van wie ik hield. Ik droomde ervan ooit te wonen in een Damasceens huis in een vrij Syrië.
Toen ik zes jaar later voor het eerst voor Pax Christi –nu IKV Pax Christi– in Syrië was, was er wel wat veranderd. Hoewel de Damasceense lente in 2001 was onderdrukt, was er toch nog hoop op verandering, de sfeer was opener. Inmiddels was na het overlijden van Hafez al-Assad zijn zoon Bashar president geworden; men dacht dat hij toch wel hervormingen zou moeten doorvoeren. Er was inmiddels internet, het isolement werd daarmee iets verbroken. Activisten maakten gretig gebruik van deze mogelijkheid om de censuur te omzeilen.
Een jonge Syrische dichter en activist liet ons een oud, vervallen huis zien in de straat waar ik had gewoond. Hij droomde ervan om daar de eerste onafhankelijke bibliotheek te openen, waar mensen toegang konden krijgen tot informatie en konden discussiëren.
De droom van de bibliotheek is inmiddels werkelijkheid geworden. In hartje Damascus kan het publiek boeken lezen en kopen. Er wordt een literair café georganiseerd waar gediscussieerd wordt met schrijvers, evenals een filosofie- en een psychologiecafé.
Syrië staat op een keerpunt. Het is onvoorspelbaar hoe het zich zal ontwikkelen, hoe lang het zal duren voordat er veranderingen komen. Maar ik vertrouw erop dat de veranderingen komen, ik vertrouw erop dat de Syriërs hun menselijke waardigheid terugnemen en hun dromen zullen verwezenlijken.
De auteur woont en werkt voor IKV Pax Christi in Amman, Jordanië.