Beelden van Lebuïnus
De grootste kerk van Deventer draagt nog altijd de naam van de missionaris die in de achtste eeuw het Evangelie in Overijssel bracht: Lebuïnus. Over hem schreef Dirk Otten een prachtig vormgegeven boekje met een pretentieuze titel: ”Terug naar de ware Lebuïnus”.
In dertien hoofdstukken behandelt de auteur de beelden van Lebuïnus die eeuwenlang via kunst en literatuur gevormd zijn. Eerst heiligenlevens, daarna gekleurde geschiedschrijving, ten slotte ‘ware’ wetenschap.
Dat laat zien dat er volgens de auteur sprake is van vooruitgang, en bovendien dat er met zorgvuldig bronnenonderzoek wel een beeld van de ware Lebuïnus zal ontstaan. In de oudste bronnen, zegt hij, wordt Lebuïnus als gewoon menselijk afgeschilderd, compleet met menselijke emoties en gebreken – die bronnen moeten dus wel de waarheid vertellen, ontdaan van alle latere aanslibsels en toevoegsels. De vraag is echter of Otten daarbij voldoende rekening houdt met de verteltradities waarin zulke teksten geschreven zijn en met de subjectieve beeldvorming die altijd, in elke tekst, aanwezig is.
Een gemis is verder dat twee geschiedschrijvers van Deventer, Revius en Dumbar, niet aan het woord komen. Met name Revius heeft uitvoerig onderzoek naar Lebuïnus gedaan, en hij komt als eerste met de theorie van de twee Lebuïnussen. Het klopt dus niet dat de Reformatie het beeld verduisterd heeft, zoals Otten bij de bespreking van dominee Nagge aantekent. Niettemin blijft het boeiend en intrigerend om de vele versies van het Lebuïnusverhaal te lezen en de prachtige illustraties te bekijken.
Terug naar de ware Lebuïnus. Deel 2 in de Reeks Deventer Kopstukken, Dirk Otten, uitg. Deventer Universitaire Pers, Deventer, 2010; ISSN 1878 822x; 112 blz.; € 19,95.