Ouderenkoor Zanglust is „één grote familie”
Geroezemoes vult de grote zaal van dienstencentrum De Beukenhof in Lisse, waar ruim tachtig senioren de laatste nieuwtjes uitwisselen. Als I. in ’t Veld, voorzitter van de ledencommissie van ouderenkoor Zanglust, de microfoon pakt, wordt het stil. De mededeling dat een zanger vanwege gezondheidsredenen moet bedanken, maakt indruk. Voor de terugkeer van een alt klinkt applaus.
Zo’n start van een repetitie weerspiegelt de sfeer op het koor, vertelt het echtpaar De Wagt-Guldemeester. „Het is gezellig. We vormen één familie en lopen elkaar niet voorbij.” R. van de Born-Walraven valt hen bij, al zit ze nog maar een maand op Zanglust. „De koorleden ontvingen mij met open armen. Ik heb kortgeleden mijn man verloren en ben daarna in een gat gevallen. Zingen helpt mij weer op te krabbelen.”
De dirigent, W. B. Visser, kruipt achter de piano en speelt de inleiding op het eerste lied. De senioren zingen de toepasselijke tekst ”Zingen maakt je blij”. „Alles een beetje losgekomen?” vraagt Visser. „We gaan verder met ”In Gods hand”. De alten mogen beginnen. „Wilt u er aan het einde van de regel aan denken de laatste noot drie tellen vast te houden?”
„Heren bassen!” De mannen zetten hun beste beentje voor, maar moeten bij ”mijn” dieper afsteken. „Sommigen zingen dat woord een octaaf hoger, maar u moet toch echt een lage F hebben.” Nieuwe pogingen stranden soms, wat tot de nodige hilariteit leidt. „Denk aan de klankkast van een contrabas”, adviseert de dirigent. „U moet uw mond opendoen.”
De eerste repetitie van Zanglust vond 1 oktober 1974 plaats. Ook toen had Visser de leiding. Er stonden elf vrouwen en zes mannen voor zijn neus. Ze zetten hun tanden in het lied ”Schommel mijn scheepje, de golven gaan zwellen”. Het ledental schommelt nu rond de honderd leden. De sopranen, alten, tenoren en bassen repeteren wekelijks een uur. Zanglust geeft jaarlijks een voorjaars- en een kerstconcert en werkt mee aan kerkdiensten. De achtergrond van de leden is divers. „Van christelijk gereformeerd, hervormd en rooms-katholiek tot niet-kerkelijk”, aldus In ’t Veld. „De gemiddelde leeftijd ligt op 77 jaar. Het oudste lid is 97.”
Zanglust zegt Nederlands oudste en grootste seniorenkoor te zijn. „Er zijn wel koren die groter zijn, maar daar wordt eenstemmig gezongen”, verduidelijkt de dirigent. „Wij geven alle partijen een kans. Veel leden hebben dankzij een jarenlange koorervaring het nodige in hun mars. Zo benader ik hen ook.”
Het ”Avé Maria” van Gounod staat als derde werk op de rol. Pianoklanken klinken. Ineens stopt Visser. „Ik bedoel het niet onaardig, maar het stuk is begonnen. U moet dan niets meer zeggen.” Geconcentreerd wachten de senioren op het moment dat ze in moeten vallen. De dirigent is tevreden. Alleen: „Dat laatste ”Amen” mag de helft zachter.”
Dit is het eerste deel in een serie over seniorenkoren. Volgende week dinsdag deel 2.