De bevindingen impliceren dat de aandoening makkelijker te behandelen is dan gedacht, omdat niet eerst mogelijke hersenschade moet worden teruggedraaid. Therapieën die nu nog ontwikkeld worden, zoals beeldchips of stamceltherapie, zijn dan eenvoudiger toepasbaar dan werd aangenomen. Momenteel bestaat er nog geen werkende behandelmethode tegen de aandoening.

„Er zijn wel medicijnen die het proces afremmen, maar genezen kunnen we het nog niet. Met onze bevindingen is behandeling weer een stukje dichterbij gekomen”, zei maandag onderzoeker Frans Cornelissen van de afdeling Oogheelkunde van het UMCG.

Uit eerder onderzoek bij apen bleek dat zij wel hersenschade oplopen door slijtage aan het netvlies. Geheel tegen de verwachting in blijkt dat bij mensen dus niet het geval. „We gingen ervan uit dat net als bij apen de menselijke hersenen de buitenwereld opnieuw in kaart moesten brengen”, vertelde onderzoeker Koen Haak maandag. „Maar dat bleek niet zo te zijn”.

Bij netvliesslijtage ontstaat een blinde vlek in het centrum van het gezichtsveld. Mensen merken meestal voor het eerst dat ze aan de aandoening lijden als lezen niet meer zo makkelijk gaat en een leesbril geen uitkomst biedt. Ook met het herkennen van gezichten hebben mensen die lijden aan de aandoening het moeilijk.

De aandoening komt vooral voor bij ouderen. Naar schatting 18 procent van de Nederlanders tussen 65 en 74 jaar lijdt aan maculadegeneratie. Boven de 74 ligt het percentage zelfs op rond de dertig.