Qatar heeft besloten alle ruwe olie van de rebellen op te kopen. Het was niet makkelijk voor de rebellen een koper voor de olie te vinden. Veel transportbedrijven willen niet handelen met de opstandelingen in Oost-Libië.

Door de opmars van het rebellenleger komen steeds meer olievelden in hun macht. Zo zullen ze de net ingenomen steden Brega en Ras Lanuf direct betrekken in de oliehandel. De rebellen hebben contact opgenomen met de oliemaatschappijen om de raffinaderijen zo snel mogelijk weer op te starten. De opstandelingen denken de raffinaderijen prima draaiende te krijgen zonder de gevluchte buitenlandse arbeiders.

Sinds het begin van de protesten in Libië zijn de prijzen voor ruwe olie flink gestegen. Hoewel Libië met normaal gesproken 1,7 miljoen vaten per dag maar 2 procent van de wereldoliehandel beheerst, bezitten de Libiërs een waardevol soort olie dat goedkoop verwerkt kan worden tot benzine.

Eerder op de dag werd bekend dat Groot-Brittannië de veiligheid van de oliehavens gaat garanderen. Met dit besluit creëren de Britten een diplomatiek conflict, aangezien veel Arabische landen vrezen dat het Westen alleen geïnteresseerd is in de olie van Libië. Qatar en Groot-Brittannië behoren tot de grootste medestanders van de rebellen.