Canada gaat meer zeehonden doden
OTTAWA (ANP/AFP) – In Canada mogen dit jaar meer zeehonden worden gedood dan vorig jaar. De Canadese regering maakte vrijdag bekend het quotum te verhogen van 388.200 dieren vorig jaar tot 468.200 in 2011. Dat is een stijging van ongeveer 20 procent.
Er zijn nog ongeveer zesduizend zeehondenjagers over, die voorheen 10 miljoen dollar (7,1 miljoen euro) verdienden aan de jaarlijkse jacht. Een kwart werd verdiend aan de export naar Europa. Maar een Europese ban op zeehondenbont en de warme Canadese winter leidden de laatste jaren tot een lagere opbrengst. De meeste jagers bleven vorig jaar thuis, omdat ze geen kopers konden vinden en gehinderd werden door het gebrek aan ijsschotsen in de Saint Lawrencebaai.
De zeehonden worden veelal doodgeknuppeld voor het gebruik van hun bont en vlees. In januari kondigde Canada een overeenkomst over handel in zeehondenproducten met China aan. De regering sprakd e hoop uit dat die overeenkomst de zeenhondenindustrie weer zal herstellen.
Het Internationaal Fonds voor Dierenwelzijn (IFAW) noemde de gestegen quota vrijdag „onverantwoordelijk”. Volgens de organisatie is de markt voor bont en zeehondenvlees klein en het gebrek aan zee-ijs leidt tot de geboorte van minder zeehondenbaby’s. 98 procent van de gedode zeehonden is jonger dan drie maanden.
Wereldwijd worden er jaarlijks zo’n 900.000 zeehonden gedood in verschillende landen. In Canada is de jachtopbrengst het grootst, daarna volgt Namibië. Daar worden jaarlijks ongeveer 85.000 dieren gedood.
Het vangstquotum in Canada is sinds 2007 ieder jaar verhoogd. In 2007 mochten maximaal 270.000 zeehonden worden gedood. Er mogen in 2011 400.000 zadelrobben gedood, 60.000 grijze zeehonden en 8200 klapmutsen.