Protesten in Syrië breiden zich uit
DAMASCUS/DERAA (ANP/EFE/RTR) – De protesten tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad hebben zich vrijdag uitgebreid, ondanks verwoede pogingen van het regime die goedschiks en kwaadschiks in te dammen.
Er is zelfs in Damascus gedemonstreerd door honderden mensen op verschillende plaatsen in het centrum. Doorgaans smoort het veiligheidsapparaat van het regime er elke uiting van onvrede in de kiem. Vrijdag vielen in een buitenwijk van de hoofdstad Damascus naar verluidt zeker drie doden toen het vuur werd geopend op betogers.
In of bij Sanamein, ongeveer 40 kilometer ten zuiden van de hoofdstad, zouden troepen het vuur hebben geopend op mensen die naar het zuiden gingen om hun steun te betuigen aan de stad waar de afgelopen week tientallen betogers zijn gedood, Deraa, 90 kilometer ten zuiden van Damascus. Daarbij zouden vrijdag meer dan twintig doden zijn gevallen, berichtte de nieuwszender al-Jazeera.
In Deraa veranderden begrafenissen van 25 betogers die woensdag werden doodgeschoten in een massale demonstratie tegen het bewind. Een rouwende menigte riep leuzen tegen het regime van Bashar al-Assad en schreeuwden om vrijheid. Daarbij zou ook een dode zijn gevallen.
De familie Assad regeert Syrië al veertig jaar. De regering heeft donderdag een poging gedaan om de betogingen goedschiks in te dammen. Ze beloofde in Deraa een onderzoek naar het bloedvergieten en stelde belangrijke hervormingen in de economie en politiek in het vooruitzicht. Ze deed ook de suggestie dat de noodtoestand, die sinds 1963 van kracht is, zou kunnen worden ingetrokken.
Het mocht niet baten. Vrijdag gingen tienduizenden Syriërs te straat op om te betogen op wat ze de Dag van de Waardigheid noemden. Er waren in tal van plaatsen betogingen zoals Banias aan de Middellandse Zeekust en in Hama, een stad 160 kilometer ten noorden van Damascus. Hier liet Assads vader, Hafez al-Assad in 1982 een massaslachting aanrichten en een deel van de stad verwoesten na een plaatselijke opstand van de Moslimbroederschap tegen zijn regime.
In Tel, niet ver van de hoofdstad, riepen betogers dat de familie Assad uit dieven bestaat. Onder de meest gehate Assads zijn volgens uitroepen van demonstranten de broer van de president, Maher al-Assad die de elitetroepen van de Republikeinse Garde aanvoert, en een neef, Rami Makhlouf, die een zakenimperium heeft. De vriendjespolitiek en corruptie in het gestagneerde land behoren tot de grootste grieven van de demonstranten. Mahar werd te verstaan gegeven dat hij met zijn garde beter de door Israël bezette Golanhoogten kan bevrijden dan zich tegen de oppositie keren.