Spaanse agenten gedood bij aanslag
Een bomaanslag heeft vrijdag in het noorden van Spanje aan twee politiemannen het leven gekost. Van een derde agent moesten beide benen worden geamputeerd.
De Spaanse vice-premier Mariano Rajoy zei dat de aanslag het werk was van de Baskische afscheidingsbeweging ETA.
De aanslag werd aan het begin van de middag gepleegd in het stadje Sanguesa, in de provincie Navarra. De bom ontplofte onder een geparkeerde politieauto, nadat de drie agenten waren ingestapt. Een voorbijganger raakte lichtgewond. De aanslag vormde voor de Spaanse premier José Maria Aznar aanleiding een gepland bezoek aan Sint-Petersburg af te zeggen.
In het aan Baskenland grenzende Navarra wonen veel Baskische nationalisten. Sinds begin februari, toen een Baskische politiecommissaris werd doodgeschoten, had de ETA geen aanslagen meer gepleegd en er werd al op gespeculeerd dat de groep tot een bestand had besloten. Twee weken geleden verschenen op de Baskische televisie echter twee mannen met bivakmutsen die zeiden dat de ETA haar gewapende strijd voortzette.
Uit een vrachtwagen die op weg was van Duitsland naar Spanje zijn ongeveer 300 automatische pistolen gestolen. Spaanse douanemedewerkers ontdekten gisteren bij de Spaans-Franse grens dat de wapens ontbraken. De Spaanse politie liet weten dat de wapens van het Duitse merk Walter wellicht door een criminele organisatie of de Baskische terreurbeweging ETA zijn gestolen.
De vrachtwagen was in Stuttgart geladen en had Guernica in Baskenland als eindbestemming. Op weg naar Spanje was de vrachtwagen twee keer in Frankrijk gestopt. De eerste keer tussen La Rochelle en Bordeaux en de tweede keer in Saubion in Les Landes.
In januari dit jaar arresteerde de Franse politie een vermeend ETA-lid. Die beschikte over papieren met informatie over routes voor wapentransporten door onder meer Frankrijk.