Westen geen inspirerend voorbeeld voor Arabische lente
Het Westen moet niet denken dat de revoluties in Arabische landen geïnspireerd zijn door het democratische model, stelt Paul van Velthoven.
Nog maar een jaar geleden vroeg de Amerikaans-Japanse denker Francis Fukuyama zich af of de democratie niet op de terugtocht was. Twintig jaar eerder had deze man na de val van de Berlijnse Muur nog voorspeld dat de liberale democratie als politieke leer overal zou doorbreken. Aanleiding voor zijn sombere overdenking was de terugkeer via vrije verkiezingen in februari vorig jaar van de autoritaire leider Victor Janoekovitsj in Oekraïne. Dat was de man die nota bene zes jaar eerder tijdens de Oranjerevolutie uit de macht was verdreven.
En in hoeveel andere landen waren inmiddels hooggespannen verwachtingen over democratische hervormingen niet op regelrechte teleurstellingen uitgelopen, met als sprekendste voorbeeld de voormalige Sovjet-Unie? Een autocraat als Vladimir Poetin zit daar stevig in het zadel en wel omdat hij op hardhandige wijze na de chaotische periode in de jaren negentig onder Jeltsin de stabiliteit heeft hersteld en de Russische middenklasse een zekere welvaart heeft bezorgd. Nog duidelijker geldt dit voor China, waar de bevolking in diezelfde twintig jaar een ongekende welvaartsgroei heeft meegemaakt die niet het gevolg is van democratische hervormingen.
Basisbehoeften zoals veiligheid en materiële voorspoed zijn voor het gros van de mensen veel belangrijker dan de behoefte om vrijuit over allerlei zaken te oordelen en over van alles mee te kunnen beslissen. „Erst kommt dass Fressen und dan die Moral”, zei de schrijver Bertolt Brecht al, en voor dat eerste kunnen autoritaire regimes wel degelijk instaan.
Democratie in het Westen is de uitkomst geweest van een eeuwenlang proces. Het is gelijk opgegaan met de verbetering van de materiële omstandigheden van steeds meer mensen. Democratie opleggen zoals de Verenigde Staten hebben geprobeerd in het Midden-Oosten heeft weinig zin. Zo’n aanpak blijkt een recept voor chaos. Er dienen op de eerste plaats instellingen te zijn die de democratie dragen en beheerst worden door mensen met een democratische mentaliteit. Daar was in Oekraïne geen sprake van. Het land heeft altijd in de schaduw van het oppermachtige Rusland geleefd en is bovendien etnisch verdeeld, zodat een deel van de bevolking meer op Rusland is georiënteerd en het andere deel meer op Polen.
Achtergebleven regio
Wat nu te denken van wat enigszins voorbarig al de Arabische lente wordt genoemd? Want we moeten nog zien of een doorbraak naar de democratie daar werkelijk tot stand komt. De Arabische regio met de achtergebleven, door de islam bepaalde mentaliteit van zijn bewoners leek wel de laatste streek waar men een verlangen naar democratie had kunnen ontwaren.
De protesten in Tunesië, Egypte, Algerije en de golfstaten gingen uit van relatief goed opgeleide jongeren wier toekomstverwachtingen gefrustreerd worden door een kleine kliek van geprivilegieerden die alle macht en daarbijbehorende voordelen sinds mensenheugenis naar zich toetrekt. Deze jongeren weten natuurlijk via televisie of internet al vele jaren dat het elders in de wereld heel anders toegaat. Hun behoefte aan een beter materieel bestaan is de drijfveer voor de roep om democratische hervormingen en machtsdeling in hun landen. Waar mogelijkheden voor betere carrières en meer welvaart ruim voorhanden zijn, zal de roep om meer democratie niet zo gauw klinken, zoals China en in mindere mate Rusland aantonen.
Demotiverend
Het was niet het Westen zelf dat met pleidooien voor democratie de mensen ertoe aanzette om veranderingen in het regime van hun landen te eisen. Het is zelfs heel goed denkbaar dat het Westen –en de Verenigde Staten in het bijzonder– juist demotiverend heeft gewerkt om in actie te komen. De westerse landen hebben immers zonder enige scrupules jarenlang samengewerkt met de corrupte Arabische heersers.
Het machtigste land ter wereld liet na het wegvallen van de corrigerende rol van het communisme in 1989 alle remmen los. In economisch opzicht door regelgeving overboord te gooien en zo een ongebreideld kapitalisme te bevorderen dat eindigde in de grote financiële crisis waar we nu nog middenin zitten. Maar ook in militair opzicht door de eigenmachtige manier waarop de Amerikanen geprobeerd hebben orde op zaken te stellen in het Midden-Oosten.
De bevolkingen in de Arabische landen die op zoek zijn naar een betere verdeling van de welvaart zullen dat voornamelijk op eigen kracht moeten doen. Inspirerende voorbeelden uit het Westen ontbreken helaas. Democratie kan niet zonder een acceptabele welvaartsdeling, maar de verschillen tussen arm en rijk zijn in alle westerse landen sinds Fukuyama de triomf van de liberale democratie aankondigde enorm toegenomen. Dat heeft zonder twijfel schade toegebracht aan de uitstraling van het democratische model elders in de wereld.
De auteur is publicist.