„Iedereen weet nu wat apocalyptisch is”
LAGE VUURSCHE – „Een paar maanden geleden kende bijna niemand het woord apocalyptisch. Nu spreekt de Duitse bondskanselier Angela Merkel over apocalyptische gebeurtenissen in Japan.”
Ds. J. Westerink haalde dit voorbeeld zaterdagavond aan tijdens een Bijbelstudieconferentie in Lage Vuursche, georganiseerd door het Landelijk Contact Jeugdwerk (LCJ) van de Christelijke Gereformeerde Kerken.
De +16-conferentie ging over het thema ”Maleachi, gesprekken met God”. Zij begon op vrijdagavond met een referaat van ds. P. D. J. Buijs (Harderwijk) over het eerste gedeelte van het boek Maleachi. Zaterdagmorgen sprak ds. B. de Graaf (Nunspeet) over het vervolg. Ds. Westerink (Urk) ging zaterdagavond in op het laatste gedeelte van hoofdstuk 2 en het eerste gedeelte van hoofdstuk 3.
Op zondagmorgen vertrok de groep naar de christelijke gereformeerde kerk van Naarden, waar ds. J. Bos preekte over: ”Waarom zou ik mij bekeren?” naar aanleiding van een gedeelte uit Maleachi 3. ’s Middags bezochten de jongeren de christelijke gereformeerde kerk van Zeist, waar ds. H. H. Klomp inging op het thema: ”Heeft het wel zin om U te dienen?” Dat komt in het slot van het Oude Testament aan de orde.
Het thema van het referaat van ds. Westerink was: ”Komt U wel?”. Hij begon met op te merken dat het woord apocalyptisch opeens door velen gebruikt wordt, zelfs door de Duitse bondskanselier. De boeken van Tim LaHaye en Randy Alcorn over de eindtijd en de wederkomst worden weer veel verkocht. Ook Bijbelstudieboeken over de eindtijd vinden aftrek.
Ongeveer tien jaar geleden, na de aanslagen op de Twin Towers in New York, was er sprake van iets dergelijks, zei de Urker predikant. Even tevoren had zijn uitgever ingeschat dat zijn boek over Daniël, dat over de eindtijd gaat, niet meer dan twee drukken zou beleven. Na die gebeurtenis was de tweede druk in enkele dagen uitverkocht, waarna diverse drukken volgden.
Ook in de tijd van Maleachi vroegen mensen zich af waarom God niet ingrijpt en waarom Hij niet komt met Zijn oordelen. „God is geduldig”, was het antwoord van de predikant, die eraan herinnerde dat het 120 jaar duurde voordat de zondvloed kwam. „God verdraagt allerlei dingen die er in de wereld en in de kerk gebeuren.”
Hij stelde dat mensen God niet ter verantwoording mogen roepen in hun gesprekken, maar dat ze met hun vragen naar Hem toe moeten gaan. „Dan komt er een moment dat de vragen stillen en verdwijnen achter de Heere, Die zegt: „Ik ga je voor, kom maar achter Mij aan.””
Het leek er in de tijd van Maleachi en ook nu wel eens op dat God aan de kant staat van hen die onrecht doen. Daarom vroeg het volk waarom Hij niet kwam met Zijn oordelen. Maleachi moest de mopperende mensen antwoorden dat God al bezig was om te komen. Het zou in drie fasen gebeuren, aldus ds. Westerink. God stuurde eerst een voorloper, Zijn engel, die de weg bereidde. Die voorlopers waren de profeten en Johannes de Doper, maar ook de predikanten in onze tijd die de mensen oproepen tot bekering. „Het is hun taak om de weg te bereiden. Er moet een vlakke weg zijn. Mag Hij zien wat er in jouw kamer aan de wand hangt en welke boeken er in je kast staan? Mag Hij meeluisteren naar je muziek en mag Hij meekijken als je surft op internet? Heb je geen dingen waarnaar je ouders niet mogen kijken? Kan het lijden dat Hij in je hart komt, omdat je bereid bent om Hem te ontvangen?”
Daarna stuurde God de Engel des verbonds, de Heere Jezus, Die niet kwam om de mensen te verderven maar om hen te behouden. „Jezus is gekomen om te reinigen. Dat doet hij door het vuil dat er in je leven is, naar boven te halen. De Samaritaanse vrouw erkende haar zonden en beleed dat de Heere Jezus de Christus was. Jezus wil Zijn eigen beeld in jou terugvinden, zoals een zilversmid zijn eigen spiegelbeeld ziet in het zilver dat hij bezig is te reinigen.”
De derde fase is als de Heere Jezus wederkomt om te oordelen. „Wie God niet vrezen zullen door Hem veroordeeld worden. Het oordeel is rechtvaardig. Het zal komen voor hen die niet door de Engel des verbonds zijn gelouterd, die de Heere niet liefhebben. De mensen met de grote mond moeten het dan verliezen, maar die in ootmoed en eerbied de Heere willen liefhebben, zullen delen in Zijn toekomst. Het goed dat nimmermeer vergaat is meer waard dan het bedrag van een miljoen euro dat iemand van de bank als bonus krijgt. Als de golven van Gods oordeel komen, heb je niets aan dat geld.”