De commissie-Veerman benadrukte in haar rapport onder meer dat de ambities van het hoger onderwijs niet gerealiseerd kunnen worden als er bezuinigd moet worden. Zijlstra investeert, anders dan de conclusies van het rapport-Veerman, niet. „Zolang dat niet gebeurt, is de top vijf nog ver weg”, vervolgt Jadnanansing.

Maandag debatteert de Kamer over de plannen van Zijlstra. De staatssecretaris wil onder meer selectie aan de poort van onderwijsinstellingen. Daarnaast vindt hij dat scholen het collegegeld deels zelf mogen bepalen. Ook wil hij dat er een boete van 3000 euro komt voor studenten die meer dan een jaar langer over hun studie doen. De basisbeurs voor studenten die een master volgen, moet daarnaast ook nog eens worden afgeschaft. Het geld dat met die maatregelen vrijkomt wordt wel weer geïnvesteerd in het onderwijs.

Jadnanansing denkt met het voorgenomen beleid van het kabinet echter niet dat een eerdere motie van partijgenote Mariëtte Hamer om Nederland klaar te stomen voor de top vijf van kenniseconomieën zal worden uitgevoerd. Dat voorstel werd destijds wel Kamerbreed gesteund. „Als de plannen van Zijlstra doorgang zullen vinden, dondert de kenniseconomie in elkaar”, vervolgt ze. „De commissie-Veerman heeft een duidelijke visie voorgeschreven die iedere student op de juiste plek wil zetten. Je kan niet het ene deel van die visie uitvoeren, en het andere niet.”