Dat blijkt uit onderzoek van het weekblad Elsevier en het Nederlands Studiecentrum voor Criminaliteit en Rechtshandhaving NSCR, dat woensdag in boekvorm is gepubliceerd. Elsevier-journalist G. Leistra en P. Nieuwbeerta verzamelden vanaf 1992 gegevens over moord en doodslag in Nederland. Een centraal gegevensbestand met al deze informatie blijkt bij politie en justitie te ontbreken, aldus de onderzoekers.

De onderzoekers telden tussen 1992 en 2001 2549 moorden en doodslagen. De daders in 500 zaken werden niet gepakt. Vanaf 1998 blijkt het aantal moorden te dalen. In 1997 werden 283 moorden gepleegd, vorig jaar waren dat er 204. „Na iedere liquidatie roept iedereen dat er steeds meer moorden worden gepleegd. Dat is dus niet waar”, aldus Leistra. Hij vindt het ook opvallend dat de gemiddelde straf voor een moord een stuk lager is dan vaak wordt aangenomen.

De laatste jaren is vooral het aantal moorden in het criminele circuit gedaald. Leistra schrijft de daling toe aan de strengere controles op wapenbezit. Hij vermoedt verder dat criminelen na enkele afrekeningen in Amsterdam meer op hun hoede zijn.

Mannen plegen 91 procent van de gevallen van moord en doodslag, stelden de onderzoekers vast. Allochtone Nederlanders zijn relatief vaker betrokken bij moord en doodslag dan autochtonen, als dader én als slachtoffer. Antillianen scoren in beide categorieën het hoogst.