Omstreden opvoedingswet in Tadzjikistan
De regering van Tadzjikistan heeft dinsdag aangekondigd dat de ”wet over ouderlijke verantwoordelijkheid voor het onderwijzen en opvoeden van kinderen” op korte termijn door het parlement zal worden behandeld. Het wetsvoorstel, dat vorig jaar al werd aangekondigd, roept bij een deel van de bevolking in de Centraal-Aziatische republiek veel weerstand op.
Oud-senator Akbar Turajonzoda noemde het voorstel „absurd.” Hij wees erop dat het onjuist is om te spreken van een wet. „De regering wil slechts voorkomen dat kinderen participeren in religieuze activiteiten. De rest is verpakking.”
Ook menig jurist in de voormalige Sovjetrepubliek hekelt het wetsvoorstel. Vooral artikel 7 van de nieuwe opvoedingswet moet het ontgelden. Het gewraakte voorschrift verbiedt ouders uitdrukkelijk hun kinderen onder de 18 jaar te laten deelnemen aan religieuze bijeenkomsten. Alleen het bezoeken van begrafenissen blijft voor minderjarigen toegestaan. Verder zijn ouders verplicht om hun kinderen jonger dan 18 jaar onder toezicht thuis te laten als zij zelf een religieuze bijeenkomst bijwonen.
Volgens veel protestantse voorgangers in het land –uit angst voor repressie willen ze anoniem blijven– tasten de voorschriften op een grove manier de vrijheid van godsdienst aan. Het wetsvoorstel maakt het voor zowel kinderen als voor menig ouder in de toekomst niet meer mogelijk een kerkdienst bij te wonen. Een aantal predikanten heeft vorige maand zijn afkeer van de wet kenbaar gemaakt door een brief te sturen aan het instituut dat de nieuwe wetgeving heeft geïnitieerd. Een kopie van het schrijven is verzonden naar verschillende internationale niet-gouvernementele organisaties.
Het nieuws over de omstreden wetgeving was voor de Noorse nieuwsdienst Forum 18 reden om enkele regeringsvertegenwoordigers om een reactie te vragen. Khursandmurod Mirzoye, senior adviseur van de Tadzjiekse president, weigerde desgevraagd aan te geven waarom het wetsvoorstel het voor kinderen onmogelijk maakt om kerkdiensten bij te wonen. Wel benadrukte hij dat er nog aan de wet gesleuteld gaat worden. „Het voorstel ondergaat een substantiële wijziging”, beloofde hij.