Binnenland

Tbs-hoorzitting: Verbeter overleg tussen jurist en gedragskundige

DEN HAAG – Om meer helderheid te krijgen over de geestestoestand van verdachten, moeten gedragskundigen en juristen beter met elkaar communiceren over psychiatrische rapportages.

Van onze verslaggever
17 March 2011 20:00Gewijzigd op 14 November 2020 14:08
Foto ANP
Foto ANP

Dat betoogde prof. mr. P. Mevis, strafrechtgeleerde aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam, donderdag in de Tweede Kamer tijdens een hoorzitting over het tbs-beleid. Het rondetafelgesprek is voortgekomen uit de vorig jaar gehouden handtekeningenactie van Edenaar Henk Donkersteeg. Zijn destijds 7-jarige dochtertje Hannah werd in april 2009 ontvoerd en misbruikt.

Het is hem een doorn in het oog dat een van de twee daders, de 30-jarige Kaj M., weigerde mee te werken aan gedragskundig onderzoek en zo tbs ontloopt. Donkersteeg wil het tbs-beleid gewijzigd krijgen, waardoor die ‘weigeraars’ tbs niet kunnen ontlopen. Veertien tbs-deskundigen lieten donderdag tegenover politici van VVD, PvdA, CDA, SP, PVV en D66 hun licht schijnen over de thematiek.

Als gedragskundigen een rapport over de psyche van een verdachte opstellen, is het zaak dat de rechter daarover in discussie gaat met de experts, stelde strafrechtgeleerde Mevis. „Het volstaat niet als de rechter alleen maar een kort antwoord wil op de vraag: „Is die man gek?” Een eindconclusie in een rapport van een gedragskundige moet als het ware het begín van een gesprek vormen.”

Als een delinquent weigert om mee te werken aan een gedragskundig onderzoek in het Pieter Baan Centrum, betekent dat niet dat die automatisch tbs ontloopt, benadrukten diverse experts. Mevis benadrukte dat uiteindelijk de rechter de knoop moet doorhakken. „Een rechter hoeft niet tot op zes cijfers achter de komma vast te stellen welke stoornis aan de orde is. Voor het opleggen van tbs kan voldoende zijn dat de rechter aanwijzingen heeft dat iemand ten tijde van een delict leed aan een bepaalde stoornis.”

Gedragskundigen kunnen ook op andere manieren zicht krijgen op de geestesgesteldheid van een verdachte, stelden diverse experts. Zo kunnen onderzoekers bijvoorbeeld videobanden van politieverhoren met een verdachte bekijken, betoogde T. Rinne, medisch directeur van het Pieter Baan Centrum (PBC) en wetenschappelijk directeur van het NIFP, het Nederlands Instituut voor Forensische psychiatrie en psychologie.

Niet elke weigering om mee te doen aan een gedragskundig onderzoek komt voort uit een strategische keuze van een verdachte om de gevreesde tbs te ontlopen, betoogde prof. Corine de Ruiter, hoogleraar forensische psychologie aan de Universiteit Maastricht. „Een man die duidelijk psychotisch was toen hij zijn familie om het leven bracht, kan gedragskundig onderzoek weigeren omdat dat onderdeel is van zijn ziektebeeld.”

De Ruiter bestreed de volgens haar levende gedachte dat tbs voor een veroordeelde „leuker” is dan een ‘gewone’ celstraf. „Ook in een tbs-kliniek moet je door drie sluizen. Het is geen Center Parcs. Je wordt de hele tijd geobserveerd. Misschien is tbs nog wel erger dan gewone celstraf.”

Recent stelde staatssecretaris Teeven (Justitie) voor dat gedragskundigen beschikking moeten kunnen krijgen over vroegere medische dossiers van mensen die niet mee willen werken aan een gedragskundig onderzoek. Op die manier zouden onderzoekers tbs-ontlopers de wind uit de zeilen kunnen nemen.

Diverse deskundigen toonden zich donderdag kritisch over dat voorstel. M. Polak, psychiater en bestuurder bij forensisch psychiatrisch centrum De Kijvelanden in Poortugaal, noemt het raadplegen van vroegere medische dossiers „een zeer ingrijpende aantasting van de privacy.” Als die mogelijkheid er komt, wordt het „mensen moeilijker gemaakt om bijvoorbeeld tegenover een psychiater over intieme zaken te spreken.”

Algemeen directeur E. Heijdelberg van het NIFP bepleitte „meer maatwerk” wat betreft het opleggen van tbs. Hij wees op het plan dat vanaf volgend jaar in zo’n 500 tot 1000 ernstige strafzaken deskundigen onder meer kort na de aanhouding van een verdachte aanwijzingen willen geven over de meest wenselijke mogelijkheden om iemand gedragskundig te onderzoeken. Er zou ook goed gelet moeten worden op de culturele achtergrond en de taal van een verdachte.

Mr. Y. van Kuijck, raadsheer bij het gerechtshof in Arnhem en tbs-expert, wees erop dat deskundigen zich minder exlcusief moeten richten op de vraag of er wel of niet sprake is van een stoornis bij een verdachte om tot een diagnose te komen. „Relativeer dat begrip stoornis. Het is van belang dat onderzoekers zich ook richten op de context. Heeft iemand voortdurend te maken met psychisch niet goed functioneren? Wat gebeurt er als een man afglijdt in de drugsscene? Vormt iemand een gevaar voor de samenleving?”

Van Kuijck stelde dat „we” in Nederland „te veel op de dader gefocust zijn geweest.” Daardoor voelden slachtoffers van misdrijven „zich in de kou staan.” Van belang is om slachtoffers of nabestaanden vanaf het begin van het strafproces te informeren, benadrukte de magistraat.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer