Compensatie aalvissers zonder gouden randje
DEN HAAG (ANP) – De vissers die vanaf 1 april geen paling meer mogen vangen in vervuilde wateren, wacht geen compensatieregeling met een gouden randje.
Staatssecretaris Henk Bleker (Visserij) erkende woensdag in de Tweede Kamer dat het vangstverbod grote consequenties heeft voor de 85 gedupeerde vissers en hun gezinnen. Maar hij gaf ook aan dat het geld voor de compensatieregeling binnen de begroting van het de broekriem aanhalende ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (EL&I) moet worden gevonden. „Er is nu niet een paar honderd miljoen euro waar we dit van kunnen betalen.” Voor de zomer denkt hij met de Kamer te kunnen spreken over een voorstel voor compensatie.
ChristenUnie en SGP vinden dat wel recht moet worden gedaan aan de schade:, ,Er zou een hoog bedrag kunnen uitrollen, maar dat moet dan wel betaald worden.” Bleker: „Dat is het vertrekpunt, maar het is ook eerlijk om te melden dat elke regeling moet worden betaald door de overheid en die zit in een bepaalde situatie.”
De bewindsman is blij met de brede steun in de Kamer voor het verbod dat hij „een adequate maatregel” noemde om te voorkomen dat met dioxine vervuilde paling op het bord van de consument belandt. Wel wil hij snel reeds door vissers afgesloten huurovereenkomsten terugbetalen nu er niet gevist mag worden.
Ook wil hij inkomsten die de vissers nu missen via een sobere regeling compenseren. „We verbieden de vangst voor het algemeen belang, dat was niet te voorzien.” Bleker wil daarbij alleen rekening houden met inkomsten uit de verkoop van schone paling en Chinese wolhandkrab, een aantrekkelijke bijverdienste van steeds meer aalvissers, aangezien vervuilde vangst niet verkocht mocht worden.
Stientje van Veldhoven (D66) wil ook meewegen dat de sector al sinds 1997 van de verontreiniging met dioxinen en pcb’s wist en de warenwet overtrad door de vis toch te verkopen. Bleker wil de vissers niet twee keer pakken: „Ze krijgen nu al genoeg voor hun kiezen”.
Esther Ouwehand (Partij voor de Dieren) vraagt zich af of het niet gaat om „gederfde inkomsten voor een fictieve paling die er helemaal niet meer zat”. Zij ziet meer bezwaren aan de palingvangst dan alleen de dioxine en wil een volledig verbod op het vangen van de met uitsterven bedreigde paling: „Sterft de paling uit, dan sterft de palingvisser ook uit.”