Buitenland

Blair hekelt twijfels over Irak-oorlog

De Britse premier Tony Blair heeft donderdag verscheidene plaatsen in Irak bezocht. Hij was daarmee de eerste westerse regeringsleider die het land aandeed sinds de val van het bewind van Saddam Hussein. Blair bedankte zijn troepen voor hun moed en hij veegde opnieuw alle twijfels over de legitimiteit van de oorlog van tafel.

Buitenlandredactie
30 May 2003 09:36Gewijzigd op 14 November 2020 00:20

Tijdens een toespraak in Basra zei Blair ten overstaan van enkele honderden Britse militairen dat „jullie met grote moed hebben gevochten en gewonnen. Als mensen later terugkijken op dit conflict, zullen ze van mening zijn dat dit een van de beslissende momenten in de geschiedenis was. En jullie hebben daarvoor gezorgd.” In Irak zijn nog altijd ongeveer 20.000 Britse soldaten gestationeerd.

Tijdens zijn eendaagse bezoek aan Irak bezocht Blair verder nog een school in Basra. Ook sprak hij met Paul Bremer, de Amerikaanse bewindvoerder voor Irak en John Sawers, de Britse gezant in het land. Bremer zou Blair hebben geïnformeerd over de criminaliteit in Irak en de groeiende economische problemen in het land. Verder zou Bremer Blair hebben gezegd dat hij zich zorgen maakt over de groeiende invloed van Iran in het land.

Na zijn bezoek aan Basra vloog Blair per helikopter naar de havenstad Umm Qasr, waar hij onder meer een Britse mijnenveger bezichtigde. Vervolgens vloog hij naar Koeweit.

Ondertussen was het in Irak donderdag opnieuw onrustig. Volgens het centrale commando in Qatar werd een Amerikaanse soldaat gedood toen hij door onbekenden onder vuur werd genomen. De militair werkte aan een bevoorradingsroute, maar waar het schietincident was, is niet bekendgemaakt. De afgelopen dagen zijn meerdere Amerikaanse militairen om het leven gekomen of gewond geraakt, de meesten bij vuurgevechten of aanslagen.

Om de voortdurende onrust de kop in te drukken heeft de bevelhebber van de landstrijdkrachten in Irak, generaal David McKiernan, ervoor gepleit om eventueel meer troepen in te zetten. Volgens hem zijn er nog steeds groepjes aanhangers van de verdreven dictator Saddam Hussein actief op „lokaal niveau.”

De New York Times meldde donderdag dat de Verenigde Staten voorlopig afzien van het voornemen de militaire aanwezigheid in Irak drastisch te verminderen. De Amerikanen en de Britten zouden met zeker 160.000 militairen in het land willen blijven tot de veiligheid in Irak is verbeterd.

Overigens zijn in Irak donderdag ook weer Iraakse slachtoffers gevallen. Amerikaanse militairen hebben bij Samarra, 100 kilometer ten noorden van Bagdad, drie mannen doodgeschoten die hen onder vuur namen.

In Bagdad zelf werden opnieuw twee Palestijnse diplomaten gearresteerd. Een collega van hen werd woensdag al uit het gebouw weggevoerd dat onder Saddam Hussein als Palestijnse ambassade fungeerde. De Amerikaanse regeringswoordvoerder Richard Boucher zei in een toelichting op de arrestaties dat „zij loyaal zijn geweest aan een regime dat niet meer bestaat. Zij kunnen zich daarom niet meer beroepen op hun diplomatieke status en immuniteit.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer