Binnenland

OM eist geen straf voor waxinelichtgooier

DEN HAAG (ANP) – Het Openbaar Ministerie (OM) heeft dinsdag ontslag van rechtsvervolging gevraagd voor de man die op Prinsjesdag een glazen waxinelichthouder tegen de Gouden Koets gooide. Officier van Justitie N. Vogelenzang zei tijdens de behandeling van de zaak voor de rechtbank in Den Haag dat de man, Erwin L., volledig ontoerekeningsvatbaar moet worden verklaard.

15 March 2011 19:31Gewijzigd op 14 November 2020 14:06

Daarmee volgt ze het advies van de psychiater en de psycholoog. De psychiater vroeg de rechtbank de man een jaar te laten opnemen in een psychiatrisch ziekenhuis.

De nu 30-jarige Erwin L. gooide op 21 september tijdens de rijtoer door de Haagse binnenstad een waxinelichthouder van 625 gram naar de Gouden Koets. Het OM beschuldigde hem ervan dat hij de koningin, haar troonopvolger en diens echtgenote heeft beledigd, de Gouden Koets heeft vernield en de intentie heeft gehad de koninklijke familie zwaar te mishandelen.

Een deskundige van het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie (NIFP) stelde dat L. lijdt aan een waanstoornis. Volgens de psychiater zou hij „volledig ontoerekeningsvatbaar” moeten worden verklaard.

De arts stelde dat de verdachte het verschil tussen waan en realiteit niet goed kan onderscheiden. Hij acht het gevaar van recidive van L. „zeer groot” en raadt opname in een psychiatrisch ziekenhuis of een tbs-kliniek aan. Volgens hem is de verdachte „een sissende vulkaan” met een belevingswereld waarin „het huis van Oranje een zeer belangrijke rol speelt.”

De psychiater stelde het rapport op na een lang gesprek met de verdachte. Aan een volledig onderzoek weigerde L. mee te werken. De verdachte verwierp de conclusies van het NIFP.

Een collegapsycholoog deelde op basis van een kort gesprek met L. de visie van het NIFP. In een eerder stadium van het proces vroeg de verdachte de rechtbank DNA-onderzoek te verrichten, omdat volgens hem koningin Beatrix geen recht op de troon heeft. De stoffelijke resten van koning Willem III, koningin Wilhelmina en koningin Juliana zouden moeten worden onderzocht.

In zijn verweer, dat bijna twee uur duurde, stelde L. onder meer hartstochtelijk dat koning Willem I „een grotere crimineel was dan Gaddafi” en noemde hij prins Bernhard „een dictator”.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer