Dat blijkt uit een dinsdag gepubliceerd onderzoek in opdracht van het kenniscentrum Forum, Instituut voor Multiculturele Vraagstukken. Het onderzoeksbureau Veldkamp voerde dat uit. Circa duizend Nederlanders uit een databank voor steekproeven van TNS NIPO vulden hiervoor via internet een enquête in.

De redenen waarom mensen op een kandidaat uit dezelfde etnische groep stemmen, lopen uiteen. Veel Antillianen gaven bijvoorbeeld aan dat ze diegene simpelweg de beste kandidaat vonden. 30 procent van de Turken zei dat een kandidaat met dezelfde ‘roots’ meer kennis van de eigen groep heeft. Kiezers die niet op een politicus van dezelfde afkomst stemden, gaven aan dat het gaat om de kwaliteit van een kandidaat en niet om zijn herkomst.

Onder Turkse Nederlanders stemde de tweede generatie (31 procent) minder vaak op een andere Turk dan de eerste (52 procent). Bij Marokkanen, Surinamers en Antillianen gaf de tweede generatie juist vaker zijn stem aan iemand uit de eigen groep. Onder alle vier de groepen was de PvdA de grootste partij. Vooral Marokkaanse (68 procent) en Turkse (57 procent) Nederlanders stemden vaak op de sociaaldemocraten.