Patten was deze week te gast op het Nederlandse hoofdkantoor van Siemens in Den Haag. Hij sprak daar onder meer over de toenemende economische macht van Azië, maar was als voormalig eurocommissaris ook bereid zijn ongezouten mening te geven over de kwestie-Libië. „Voor het laatst, want als ik straks bij de BBC werk, wordt ik geacht onpartijdig te zijn.”

„Waar is de EU en wie kan het eigenlijk nog iets schelen?”, vraagt Patten zich af. Diezelfde vraag kreeg hij zelf tijdens een bezoek aan Turkije voorgelegd door een prominent lid van de regeringspartij AKP. „Op tal van terreinen, zoals ook het vredesproces in het Midden-Oosten, kijkt Europa vanaf de zijlijn toe en loopt het voortdurend achter de feiten aan.”

Hetzelfde geldt voor de opstanden in Tunesië, Egypte en Libië, aldus Patten. „Er gaapt een groeiend gat tussen de retoriek van politici en wat de EU echt samen kan bereiken. Uiteindelijk wachten de Europese landen slechts af tot de Verenigde Staten actie ondernemen.”

De opstelling van de Arabische Liga, die pleit voor een no-flyzone in Libië, vindt Patten „verrassend robuust”. De economische sancties die Europa heeft opgelegd, zullen op termijn wel effect hebben. „Maar het gaat erom wat de komende dagen en weken gebeurt. De rebellen vechten met kalasjnikovs tegen tanks. Het minste wat wij kunnen doen, is ze beter bewapenen.”

Patten brengt de oorlog in voormalig Joegoslavië in de jaren negentig in herinnering. „De Europese landen konden het er maar niet eens worden of het uiteenvallen van Joegoslavië een groot probleem was en of moest worden ingegrepen. En terwijl zij vergaderden, verloren 220.000 mensen hun leven. Ik hoop dat wij nu niet dezelfde fout maken.”

Militair ingrijpen vindt Patten geen optie omdat dat kolonel Muammar Kaddafi in de kaart zou kunnen spelen . Het hele concept van militaire interventie is volgens hem besmet door de Westerse invasie in Irak in 2003. „Dat was een verschrikkelijke vergissing”, vindt Patten. „Illegaal en immoreel.”