Lector in proefschrift: „Belang van leerling moet voorop”
TILBURG – Het leven van kinderen ligt op hun twaalfde jaar al voor een niet gering deel vast en dat is allesbehalve wenselijk. Dat stelt drs. Leo Lenssen, lector maatschappelijk ondernemerschap aan Hogeschool Inholland, in het proefschrift dat hij op 21 maart verdedigt aan de Universiteit van Tilburg.
Volgens Lenssen dient het onderwijsbestel in Nederland vooral de belangen van maatschappelijke partijen en niet die van de individuele leerlingen. „Op hun twaalfde gaan ze al de selectiemolen in. Voor een grote groep is dat veel te vroeg. Als ze naar het vmbo gaan, is het voor velen onmogelijk om later nog in het hoger onderwijs terecht te komen. Ook al horen ze daar misschien wel thuis”, aldus Lenssen.
Een herbezinning op en herwaardering van de onderwijsdoelstellingen is volgens de onderzoeker gewenst. „Er moet meer nadruk gelegd worden op het ontplooien van de individuele talenten van kinderen.” Lenssen wijst naar landen als Finland, Noorwegen en Canada, waar het onderwijs volgens hem veel meer op de wensen van de leerlingen gericht is.
De promovendus onderzocht de wijze waarop het onderwijs invloed uitoefent op de individuele ontwikkeling van mensen. Aan de hand van zijn eigen levensgeschiedenis –hij was leerling, student, leraar, leidinggevende en onderwijsbestuurder– legt Lenssen in zijn proefschrift ”Hoe sterk is de eenzame fietser” de wortels bloot van het onderwijsstelsel zoals zich dat de afgelopen vijftig jaar heeft ontwikkeld.
In de periode voor de Mammoetwet (1968) was in het onderwijs veel ruimte voor particulier initiatief van onderwijsinstellingen en daarmee ook voor individuen om een eigen schoolloopbaan te volgen, constateert hij. De Mammoetwet beoogde verbetering van de toegankelijkheid van het onderwijs, maar die werd onvoldoende gerealiseerd. Als een van de oorzaken wijst Lenssen op de gestandaardiseerde principes van het toenmalige onderwijsbestel, die minder ruimte lieten aan individuele levenslopen en die nog steeds van invloed zijn op het onderwijs. Hetzelfde patroon neemt hij waar bij de invoering van de Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) vanaf 1996.
Het Nederlandse beleid is gericht op de verdeling van middelen over de maatschappelijke partijen en staat in het teken van beheersing en doelmatigheid. Het proefschrift laat overigens ook zien dat de waarden en ambities van mensen van meer invloed op iemands onderwijsloopbaan zijn dan het milieu van afkomst.